Brokken maken met Raymond Hakkert

Onlangs zag ik twee filmpjes voorbij komen op Facebook waar het enthousiasme vanaf spatte. Raymond Hakkert wist 2 bakken van karpers te vangen op brokken. De hoogste tijd dus om de oppervlaktebaas eens aan de tand te voelen over deze visserij, waarin hij zich meester heeft gemaakt!


Jow Hakkert! We zagen dat je recent twee kapitale karpers ving aan de oppervlakte. Het lijkt erop dat je dus serieus ‘brokken aan het maken’ bent! Kun je ons eens vertellen wat deze manier van struinend vissen voor jou betekent?

Dit is een aspect binnen het karpervissen waar ik flink veel tijd in steek. Maar ik mag ook graag statisch vissen hè, laat ik dat meteen voorop stellen. Het is een misvatting dat sommige denken dat ik alleen maar ‘hondenbrokken eet’. Wat zo’n visblad-filmpje wel niet met je doet hè. Nee, wat dat betreft is het met de tent er op uit gaan ook kicken! Het is maar net welk water ik er geschikt voor acht, hoe het seizoen verloopt, of hoe mijn pet staat. Maar met name in Nederland gaan zonder twijfel de meeste karperuren in het stalkend vissen zitten.

Het is een niet te onderschatten tactiek en wapen binnen het arsenaal dat het vissen op karper biedt. Jammer dat vele er geen gebruik van maken. Jammer voor hun dan hè, aangezien het mij niet rustig genoeg kan zijn aan de waterkant. En toch. Zeker de jeugd zou er serieus meer tijd aan moeten besteden. Het struinen is niet alleen erg leuk, het jachtinstinct dat je opbouwt in die jeugdjaren legt een solide basis voor het sportvissen op latere leeftijd. Zoiets leer je niet even in een paar avondjes door het riet banjeren. Je moet er echt tijd in steken! En het mooie is; je krijgt er uiteindelijk veel voor terug. Watersense bijvoorbeeld. Iets dat ook in je statische visserij niet mag ontbreken en de boel aanzienlijk op weg kan helpen. Watersense zit niet in een potje. Al loop je nog zoveel rondjes door de IJsselhal, je vindt het niet. Alhoewel! Er is een firma die het toch echt per kilo verkoopt! Sta je dan aan zo’n standje: “Ik wil graag een emmertje watersense alstublieft”. Sorry, ik dwaal af

raymond hakkert-brokken-maken-100cm_40,4p

Je krijgt er uiteindelijk veel voor terug”. Hakkert met een oppervlakte-gigant uit een oude poldervaart.



Haaamburrrgers!

Zomaar een belevenis uit Hakkert zijn logboekje. Geconstateerd vanaf een flink met onkruid begroeide oever, waarbij de mannen in kwestie niet doorhadden gestalkt te worden.

In het midden van een poldervaartje zwemmen in de warme bovenlaag drie dikke brasems en twee uitzet-spiegeltjes rond. Een vadsige ‘dertiger’ (we hebben het even niet over een karper) heeft het schooltje opgemerkt. Vol bling-bling en zwetend in zijn tribalpak dendert hij er met een biertje in zijn linker- en een ‘bezemsteel’ in zijn rechterhand achteraan. Zijn strakke 3-ponder is beaasd met een overgebleven stukje pizza van de avond daarvoor, gezien de kartonnen doos met Italiaanse vlag die met een grote boog het onkruid is in gezeild. “Vijf fakkin dikke spiegels ouwe!”, schreeuwt-ie richting zijn maatje. Zijn armen gaan hierbij breed gebarend uit elkaar. Plots klinkt er: “Haaamburrrgers klaarrr”! Onze ‘bivvy-worst’ snelt kwijlend – met de boeggolven voor hem uitrollend van de vluchtende school vissen – terug naar het kampement. Eén van de spiegeltjes weet niet meer waar-ie het zoeken moet en springt van ellende pardoes het water uit. “Dat wordt vangen ouwe, kijk ze eens springen!”, klinkt er al proostend in koor…



raymond hakkert-brokken-maken-water

Ik ben het volledig met je eens! Buiten dat het zeer leerzaam is vind ik het persoonlijk één van de meest spannende manieren van vissen. Je ziet de vissen vaak voor je neus zwemmen en kan exact zien hoe ze reageren op je aas. Als die bak dan richting je haakaas zwemt… Maar hoe ziet zo’n struindag er voor jou uit?

Dat is heel wisselend. Het hangt ervan af hoeveel (vis)tijd ik tot mijn beschikking heb. Soms is dat op een doordeweekse werkdag maar een uur. Ik noem dit dan ook ‘pauze-vissen’. Dit lijkt wellicht een kansloos korte missie, maar schijn bedriegt! Dit kán juist echt lonend zijn omdat je dan super gefocust een bepaald gedeelte van een water opzoekt waarvan je weet dat ze er zitten. Het kan dan al binnen korte tijd kassa zijn. Er is immers maar weinig tijd voorhanden.

raymond hakkert-brokken-maken-Witte-koi-links

Een pauzevis…

Ook op grotere afstand van je woonplaats werkt het vaak goed om maar voor een paar uurtjes op pad te gaan. Maar al te vaak zit ik langer in de auto dan dat ik daadwerkelijk gevist heb. Mijn snelst gevangen karper was er eentje waarbij ik – na eerst een uur in de auto heb gezeten – langs een kanaaldijk karper waarnaam, mijn bus uitrolde met een beaasde hengel en binnen een minuut een flinke schub stond te drillen.

In de maanden mei en juni, dé maanden dat je er in mijn optiek écht voor moet gaan, probeer ik liefst éénmaal per week een hele dag te vissen. Wanneer zoals dit seizoen die eerste struinmaanden nogal fris verlopen, dan zijn de daarop volgende maanden – die warmer verlopen – vaak beter dan normaal. Sowieso kun je tussen april en oktober te allen tijde prima oppervlakte vissen als t weer het toelaat. Ik heb ze zelfs in de winter nog op broodkorsten gevangen.

Op een ‘struindag’ ga ik veelal na de koffie op pad en vis dan tot laat in de avond of nacht door. Hoe goed de ochtend ook kan zijn op visgebied; de wekker om 05.00 uur zetten waarbij gezinsleden ook wakker worden, gaat me vooralsnog iets te ver. Ik heb het eerder – voor ik vader was – wel regelmatig gedaan. Toch ben ik meer een echt avondmens.

Meestal ga ik weg met een auto vol (struin)spullen, omdat ik niet graag misgrijp. Diverse hengels, een schepnet, een struintas, een kleine onthaakmat, een grote onthaakmat (die ik ophaal als ik een dikke bak vang en deze even heb weg gehangen), weigh-sling, een fiets, emmers diverse soorten katten- en hondenbrokken, een gevulde koeltas met eten en drinken, cameratas etc.. Verder liggen er standaard diverse 15 kilo balen Bonzo achterin. Neem daarbij de vele gemorste brokken in de laadruimte en de puinhoop is compleet. Hierdoor is de inruilwaarde van mijn bestelbusje – met de lucht van weeïg hondenvoer – hoogstwaarschijnlijk enorm gekelderd. Wie zei daar dat struinend vissen lekker betaalbaar is? De meeste zooi blijft trouwens ook achter want ter plekke ga ik op pad met hooguit een hengel, een schepnet, een struintas, een klein onthaakmatje, een zit-emmer vol brokken, en de super handige weigh-sling met rits (hierin hang ik specifieke vissen die ik graag op de foto wil even weg).

Omdat ik idolaat ben van typische (grote) karaktervissen, vis ik meestal relatief ver van mijn woonplaats in de Flevopolder. In de relatief jonge polder zwemmen tegenwoordig ook zat mooie vissen, echter een authentieke oude grote struinbak kom je er maar zelden tegen. Het zal ook iets te maken hebben met het gras dat ergens anders groener lijkt. Niet dat ik in onze polder uitgevist ben, maar ik heb hier wel al ontzettend veel visuurtjes gemaakt in het verleden natuurlijk. Ook waait het in onze mooie polder nagenoeg altijd – je wordt er knetter van – waarbij het ook frisser is dan elders. En een frisse wind is iets wat ik met oppervlakte vissen kan missen als kiespijn.

raymond hakkert-brokken-maken-PP-vis

”Omdat ik idolaat ben van typische karaktervissen”. De PP vis op 47+. Hoe Hak deze felbegeerde spiegel heeft gestalkt is te lezen in deel II van de Woord van Zwijgen karperboekenreeks

Als ik ter plekke ben, maak ik een keuze of ik drijvend met brokken, of met zinkend aas en / of met de pen erop uit ga. Ik heb dan ook twee opgetuigde hengels in de auto liggen; een specifieke brokhengel (montage: hoofdlijn en haak) en een penhengel (montage: secuur uitgelood pensysteem). Meestal ga ik met maar met één hengel het veld in. Dat hangt af van het type weer. Staat er die dag een straffe wind of willen de vissen niet graag naar boven komen, dan pak ik de penhengel. Maar mijn voorkeur gaat toch écht uit naar het pure brokken, want ook met wind is dat goed mogelijk. Bijvoorbeeld in een hoek met lelievelden waar een warme wind heen blaast kun je dan best zaken doen. Ook kun je – mocht dat nodig zijn – een zinkende brok prima en snel aanbieden met een enkele haak. Anderzijds is die penhengel ook niet zo rap om te tuigen om die hoogzwemmende bak een brokje voor zijn neus te leggen.

Soms vis ik tot diep in de nacht door. Dat dan weer wel. Zeker als ik nabij lantaarnpalen een aantal dikke rakkers heb gespot. Zo vergeet ik soms compleet de tijd en merk ik pas dat het echt laat in de nacht geworden is aan de dauw op het water en ik het fris begin te krijgen. Heerlijk vind ik dat, zeker als je vangt. Toch draait het daar bij mij niet eens altijd om. In een zwoele zomernacht buiten zijn heeft iets speciaals. Zeker in een drukke stad, waar het pas in de nacht (relatief) rustig wordt en de vis pas echt actief wordt.

Dat doet me denken aan dat verhaal wat je me eens vertelde. Daarbij volgde je uren een dikke spiegel in Amsterdam tot diep in de nacht. Toen je hem eindelijk aan het azen had kwam er plots één of andere vage kwast al hardlopend (of vluchtend) voorbij gedenderd en de vis was direct gevlogen… Ga je vaak achter specifieke karpers aan?

Ja, in negen van de tien gevallen wel. Ik ben dan eigenlijk gewoon aan het targetvissen aan de oppervlakte. Ik heb elk nieuw struinseizoen een aantal vissen op het oog. Mocht ik die dan vangen dan bepaal ik daarna of ik nog zin heb in wederom een nieuw doel of gewoon te gaan freewheelen. Want beide manieren van stalken boeien mij enorm. Het jagen op groot wild, en zo’n vis dan uiteindelijk op zicht te vangen geeft een niet te omschrijven oergevoel. Wellicht iets van een neanderthaler die in zijn berenvelletje bovenop een zojuist gevangen mammoet staat te dansen. Ik zweef daarna dan lang op dat gevoel en raak soms weken geen hengel meer aan.

Bij het zogenaamde freewheelen maakt het mij verder niet uit waar ik terecht kom. Ik rij soms spontaan stad en land af naar potentiële struin- en jachtgronden. Het leuke hiervan is dat je op elk nieuw water spontaan tegen een nieuwe target kan aanlopen, welke je dan het liefst zo snel mogelijk in je netje wilt trekken natuurlijk. Want één ding staat voorop; ik gooi nooit lukraak in, maar probeer vrijwel altijd de grootste of puikste rakker uit een schooltje vis te plukken. Dat is het grote voordeel van visueel selecteren. Wellicht ben ik té hebberig? Dat kan ook. 😉

raymond hakkert-brokken-maken-Jip

Targetvissen met drijvende brokken; het kan juíst heel lonend zijn. Ray met een goudklomp van jewelste!

Ik denk dat dat gewoon in ‘ons’ mannen zit! Stel je mag nog maar met 1 montage en 1 aassoort op pad gaan. Waar ga je dan voor?

Kan ik kort over zijn; freelinen met hondenbrokken. Een drijvende (Bonzo) en zinkende variant (Frolic). Eventueel als dobbertje nog een stukje geel pop-up foam op de lijn geregen. Een paar knijploodjes om snel te kunnen schakelen van drijvend naar zinkend vissen zou ook handig zijn.

raymond hakkert-brokken-maken-drillen-Hak

Raymond met een brok geweld aan de lijn. Foto: Melvin Tijssen

Zo zie je maar dat je geen kar vol materiaal mee hoeft te zeulen om de grootste karpers op een water te vangen! Wat is voor jou echt doorslaggevend om succes te hebben met deze manier van vissen?

Het hebben van jachtinstinct en watersense. Met andere woorden; het viswater kunnen ‘lezen’. Veel geduld kunnen opbrengen en het ‘moment suprême’ kunnen bepalen van het secuur aanleggen van een naderende target. Een goede conditie en het hebben van doorzettingsvermogen werkt ook in je voordeel. Er worden namelijk al struinend de nodige kilometers afgelegd. Dit gebeurt dikwijls bij tropische temperaturen al dan niet in combinatie met een plots opkomende zomerse hoosbui. Regelmatig kom ik na zo’n dagje ‘struikroven’ als een – naar bagger riekende – halve gare thuis en zie ik eruit alsof ik door het riool ben gespoeld.

raymond hakkert-brokken-maken-profiel

Probeer op én om te gaan, in én met je omgeving. Dan heb ik het (juist) niet over het aantrekken van één of ander commando-outfit! Want met zo’n ‘hippe’ camouflage-smoking trek je bijvoorbeeld in een stadsjungle juist de aandacht (“Yo! Eminem, what is deze vis mán”!?).

Wees te allen tijde bereid het water in te gaan. Dus een zwemdiploma mag ook niet ontbreken. Dit is geen grap. We vissen nu eenmaal niet op een strak geharkt grindstekje aan een obstakeloos water. Je gaat gewoon het één en ander meemaken op drilgebied in sloten vol wier, waterlelies en prut. Dus leg net als ik altijd een handdoek en een setje droge kledij in de auto. Bijna elke struinsessie raak ik tot boven de knieën nat. Wanneer je dan nog een flink eind moet rijden ben je maar wat blij met die droge broek en schoenen.

Het is ook gewoon een feit dat je veel sneller het water ingaat ómdat je weet dat je een tas droge kleren bij je hebt. Dat werkt voor jezelf en de vis in het voordeel. Met een waadpak of lieslaarzen door de stad lopen, of een paar kilometer door een weiland banjeren om jezelf droog te houden vind ik geen oplossing. Probeer dat maar eens. Ik weet wel wie er erger stinkt aan het einde van de dag. Geef mij maar een paar sompige sneakers dan. Je zult snel merken; Dit is verdorie één brok avontuur!

Raymond omarmt in dit filmpje zijn 4de Nederlandse brokken-veertiger. Check it out!


Teek care!

Houd met al dat getijger door de struiken wel rekening met die gluiperige teken. Het gebruik van een middel als DEET is echt noodzakelijk. Ik spreek uit ervaring; Lyme gaat je niet in de koude struinkleren zitten. Je hoeft dit gif-goedje niet persé alleen op je huid aan te brengen. Ik doe dit alleen lichtjes bij de polsen en hals. Voor de rest spuit ik wel flink op de schoenen, sokken, broekspijpen, jas, blouse of shirt rondom de buik. Check jezelf na de sessie in alle hoeken en gaten. Voor wat betreft het wassen en drogen van je kleren blijkt dat een teek zo taai is dat dit niet afdoende blijkt te zijn. Men wast de meeste kleren veelal niet boven de 40grC en verdrinken doen ze niet na een uur in de machine. Een tip die wél werkt kreeg ik van mijn struinmakker Laurens Maasland: “Het beste is om na de struinsessie de kleren, voordat je ze wast, eerst minstens 8 uur in de vriezer te leggen, zodat de eventueel aanwezige teken dood vriezen”. De kleren in de tuin uithangen is ook niet aan te bevelen, zo wek je namelijk verspreiding in je eigen leefgebied in de hand.


raymond hakkert-brokken-maken-DSC03446

Toch kijk ook ik na maanden stalken uit naar het koelere najaar. Want dan zit ook deze ‘bivvy-worst’ maar wat graag voor zijn tent met een biertje in de hand uitkijkend over een groot water. Juist die afwisseling van tactieken binnen de karpervisserij houdt het zo boeiend en zorgt ervoor dat ik er niet snel op uitgekeken raak.

raymond hakkert-brokken-maken-flowers

Na het lezen van dit artikel hoop ik mensen enthousiast te hebben gemaakt. Dit bedoel ik dubbelzinnig aangezien ik me goed kan voorstellen dat je denkt: “Ammehoela Hak! Ik draai me nog even enthousiast om op die stretcher van me, als je het niet erg vindt”? Tuurlijk niet! Ieder zijn meug. Zo blijft het lekker rustig in struinparadijs Holland. Besef wel dat je dan een hoop plezier, een andere kijk op de situatie, kansen en avontuur laat liggen.

Tijger- en vangze!

Raymond Hakkert

Bekijk ook