Karpervissen op kanalen en rivieren – Martijn Oerlemans

De visserij op kanalen en rivieren is niet voor iedereen weggelegd. Martijn smult er echter van. Ieder jaar pakt hij er zo’n 100 nachtjes en in dit artikel geeft hij zijn visie op de juiste aanpak in de verschillende jaargetijden.

Deze visserij is niet voor iedereen weggelegd.

Deze visserij is niet voor iedereen weggelegd.

In mijn voorgaande artikel uit 2012 schreef ik over mijn beleving van de kanaalvisserij. Ik ben ondertussen alweer een paar jaartjes verder en ervaringen rijker. Hierdoor heb ik mijn perspectief omtrent bepaalde zaken bijgesteld. Ik vis de laatste twee jaar gemiddeld twee nachten per week, vaak 1 door de weeks en 1 in het weekend en dat dus het gehele jaar door. Door consequent, soms tegen beter weten in, alle (weer)omstandigheden te trotseren wordt mijn bagage aan leermomenten steeds groter. Ik vis ondertussen op diverse waterwegen in Limburg. Hierbij heeft ook de riviervisserij sinds dit jaar mijn interesse gewekt, waardoor ik een breder scala van inzichten aan het krijgen ben betreffende de bevaarbare wateren.

Trekgedrag

Binnen mijn tegenwoordige visserij op karper, ben ik mij steeds meer gaan bezig houden met het trekgedrag van karpers. De meeste wateren die ik bevis zijn grote waterwegen waarbij ik spreek over tientallen kilometers rivier of kanaal. Dat hierbij trekgedrag van karpers de grootste variabele is voor je vangstgegevens is naar mijn inzien niet meer dan logisch. Je kunt namelijk onder de beste weersomstandigheden, met het beste aas en op een super ogende stek zitten, maar als hier geen karper aanwezig is zal je hem ook niet kunnen vangen.

Denk nu absoluut niet dat ik altijd aan het juiste eind zit want ik draai ook mijn nodige blanks, echter denk ik op voorhand altijd na over mijn stekkeuze. Dit nadenken bestaat dan niet uit een gevoelsmatige overtuiging wanneer ik mij een aantal stekken inbeeld, maar eerder vanuit een ratio van redenaties waarom karpers zich op bepaalde plaatsen zouden kunnen ophouden. Dat deze individuele optelsom niet altijd de juiste uitkomst biedt, zorgt er voor dat ik ook regelmatig met een teleurstellend gevoel wakker word wanneer er geen van de gehoopte zoetwaterwezens op mijn mat heeft gelegen.

De ultieme beloning: een bak van een Maaskarper.

De ultieme beloning: een bak van een Maaskarper.

Echter geeft dit de beleving van mijn visserij wat meer mystiek, als ook motivatie, waardoor de blanks voor mij persoonlijk wat beter ‘dragelijk’ zijn. Het is, en blijft, namelijk karpervissen en niet ‘karpervangen’.

Winter en voorjaar

De hierboven genoemde beredenaties met betrekking tot het trekgedrag zijn het gehele jaar van toepassing. Toch zijn er naar mijn mening twee jaargetijden waarbij dit bijna de absolute sleutel tussen succes of falen betekent. Deze twee jaargetijden zijn de winter en het voorjaar.

Natuurlijk is het analyseren van mogelijk trekgedrag in de zomer en het najaar ook van belang, maar naar mijn inzien minder moeilijk omdat ik er van overtuigd ben dat de karper dan veel actiever rondtrekt op zoek naar voedsel. Naar mijn mening zijn de zoetwatervarkens in de winter, en soms ook in het vroege voorjaar, vele malen moeilijker te vangen. Zij zijn in deze periode namelijk moeilijker te lokaliseren en dus zijn de vangrijke gebieden vele malen kleiner.

Zo heb ik dit jaar binnen mijn visserij meegemaakt dat ik weken lang op verschillende stekken van een kanaal zat te blanken in het voorjaar. Ik was op dit kanaalgedeelte nog niet bekend en had verwacht dat de vis in eind maart/ begin april toch wel al rond zou beginnen te trekken op zoek naar voedsel. Dit gebeurde ook, maar zij hielden zich zeer gegroepeerd samen in een school waardoor ik op diverse stekken blankte.

Genieten!

Genieten!

Op dat moment leek het vangen van één van deze vissen voor mij moeilijk te bereiken (onder andere door de heersende stekkencultuur) en zette ik mijn zinnen op de Maas. Ik had namelijk vernomen dat de vis hier al behoorlijk aan het rondtrekken was en een beet in principe dus minder moeilijk te realiseren zou zijn.

De Maas

Ik gaf aan deze informatie wel mijn eigen draai door een ander Maasstuk te bevissen, maar door deze boodschap draaide ik op een korte tijd een aantal super sessies waarbij een bak van een veertiger mijn deel mocht zijn! Toen ik na deze reeks vangsten ook nog eens oppikte dat er op een gedeelte van het eerder vernoemde kanaal al een aantal dagen brute vissen werden getrokken, ben ik tijdens een middag eens even gaan observeren. Ik verwachtte op dat moment dat de vissen door het warme weer naar een ondieper gedeelte iets verderop zouden door trekken. Mijn vermoeden werd bevestigd.

Waar er de afgelopen dagen al flinke bakken waren getrokken, was het inmiddels rustig. Echter waar ik mij door mijn vermoeden bevond, werd het water rijkelijk door karper bezocht. Ik zag tijdens de eerste 5 minuten dat ik langs de kanaaloever wandelde al tweemaal karper springen. Ik voorzag snel een hengel van een 15 mm monstercrab boillie in combinatie met roze squid fluo pop up. Ik zag door mijn polaroid bril dat het talud richting de vaargeul op een hoek wat verder door het water liep dan bij de rechte kanaaloevers, waardoor ik de rig hier plantte. Ik liep rustig achteruit en legde de hengel in een steun die ik zachtjes in de grond had gestoken. Een tiental bolletjes, waaronder sommigen gehalveerd, rondom het haakaas moest er voor zorgen dat ik al vrij snel een aanbeet zou kunnen forceren. Binnen een half uur kreeg ik een tik op de top en begon de slip rustig te lopen. Ik kon mijn ogen niet geloven.

Bizar! Zo blank je weken, zo vang je binnen een uurtje een karper!

Bizar! Zo blank je weken, zo vang je binnen een uurtje een karper!

Na ervoor weken te hebben geblankt op dit water, stond ik ditmaal binnen een half uur met een kromme hengel. Toen ik een prachtige spiegel mocht landen voelde ik mij werkelijk gelukkig. Ik zat in een flow waarin werkelijk alles bleek te lukken

Winterbikkelen

Doordat ik op een consequente manier om en nabij de 100 nachten per jaar vis, waarvan ongeveer 90% in mijn eentje, is dit in de winter soms een erg moeilijke periode om door te zetten. Dit klinkt bijna alsof ik er tegen op kijk en het meer routine is, maar dit is niet zo. Ik ben namelijk een persoon die tijdens alle jaargetijden geniet van de (vis)sfeer waarin ik mij betreed.

De ijzige sfeer trotseer ik graag!

De ijzige sfeer trotseer ik graag!

Zo zijn er in de winter weken dat ik 3 nachten vis, omdat ik verwacht dat ik meer kans maak, en er zijn weken dat ik 1 nacht vis. Dat deze cyclus soms een afgrijselijke reeks blanks inhoudt, kan dit wel eens zorgen voor onzekerheden. Echter probeer ik steevast niet af te wijken van mijn winterse kanaalaanpak. Een kort onderlijntje met een zeer agressieve inhaking, in combinatie met een 15 mm attractief bolletje en 10 mm fluo pop up, moet het naar mijn mening kunnen doen op deze wateren.. Dit staat natuurlijk niet los van de aanwezigheid van karper op een stek en of er op dat moment een (meestal kort) aasmoment plaats vindt. In mijn beleving kan deze aanwezigheid in de winter soms beperkt worden tot op de vierkante meter nauwkeurig.

Een voorbeeld om dit te kunnen onderbouwen is dat ik in de winter ook op stekken vis waarvan gekend is dat hier karper rondhangt in dit jaargetijde. Echter zijn er slechts enkele vissers die hier op deze stekken in de winter een paar vissen weten te vangen. Natuurlijk moet je hierbij wel altijd de verhouding van het aantal geviste nachten in gedachte houden, maar toch ben ik er later dit jaar achter gekomen dat het hierbij letterlijk op de nauwkeurigheid van een meter aankwam. Begin dan maar eens te zoeken op tientallen kilometers kanaal… (Over ‘hotspots’ gesproken?!) Wanneer je dan ook nog eens afhankelijk bent van weerstypes die er voor zorgen dat je het moet hebben van zeer korte aasperiodes, dan lijkt deze klus soms het onmogelijke.

Vismaat Dean met één van zijn reeks winterse kanaaltrofeeën, waarbij het op de meter nauwkeurig aankwam.

Vismaat Dean met één van zijn reeks winterse kanaaltrofeeën, waarbij het op de meter nauwkeurig aankwam.

Toch blijf ik gemotiveerd doordat de drang naar een winterse kanaalbak vaak groot is. Als sommige vissers rond mij wel een bak scoren prikkelt mij dit op een positieve manier; elke blank zie ik als een stap dichter bij de ‘trofee’.

Zomerse avonturen

Wanneer een sessie eindigt in een blank, probeer ik altijd na te gaan waardoor dit fenomeen heeft plaats gevonden. Natuurlijk zijn dit dan individuele analyses en kunnen andere vissers hierover een andere mening hebben. Daarbij kunnen wij alsnog een dier niet ‘in de kop kijken’ en blijven het enkel patronen die wij koppelen aan instinctief gedrag.

Toch zijn er van die momenten dat alles lijkt te kloppen. Zo heb ik afgelopen zomer samen met een maat het juiste moment voor een zomerstek afgewacht. In onze eerdere ervaringen hadden wij hier succes geboekt bij langdurige warme temperaturen (rond de 30 graden), echter was dit nog geen constant vangstgegeven. Zo merkten wij dit jaar dat er blanks tussen zaten bij dit optimale weerstype. Wij zochten dan ook verder naar een andere variabele en kwamen uit bij het stijgen en dalen van de Maas.

Een mooie Maasvis die deze zomer het haasje was.

Een mooie Maasvis die deze zomer het haasje was.

Dat dit een belangrijke factor kan zijn voor je vangsten, is al bij meerdere riviervissers gekend. Toen wij onze vangstgegevens nader bekeken, kwamen wij er achter dat het eerder vernoemde weerstype in combinatie met een stijgende/hoogstaande Maas, garant stond voor meer karperactiviteit (en tevens dus ook vangkans) binnen deze bepaalde sector van de desbetreffende Maasplas. Door in te spelen op deze ontdekking, boekten wij in een kort tijdsbestek succes en werden er nog nauwelijks blanks gedraaid op de stek.

(Voor)Voeren? Waar en hoeveel dan?

Wanneer ik aan sommige vissers vertel dat ik eigenlijk enkel op kanalen en rivieren vis, krijg ik vaak als eerste te horen dat dit “niks voor hen is omdat je dan veel moet voeren”. Waar men dit beeld heeft opgedaan, wil ik niet eens direct een uitspraak over doen, maar dat het incorrect is wel.

Het idee dat er per definitie gevoerd moet worden op deze wateren om vis te vangen, vind ik al onzin. Ik heb in het verleden al te vaak een instant succes geboekt om dit te weerleggen. Naar mijn mening heb je bij deze waterwegen vaak te maken met scholen karpers die rondtrekken. Zit jij op het moment dat de vis overtrekt op zoek naar voedsel met een scherpe haak en een kwalitatieve bol, dan is de kans vrij groot dat je een run zult krijgen (wanneer het zaakje zuiver ligt).

Natuurlijk kun je voeren om bepaalde vissen vast te houden of de honkvaste vissen positief te conditioneren met jouw aas, maar ik zie dit dan meer als een hulpmiddel om je vangkans te vergroten en niet als de doorslaggevende factor voor het vangen en blanken. Ik spreek hierbij wel over de lange waterwegen en niet de korte, waar je al sneller te maken hebt met een hoge(re) maat van dressuur.

Martijn-Oerlemans-kanaalvissen-sfeer-2

Ik ben persoonlijk altijd vrij voorzichtig geweest met voerhoeveelheden omdat ik het idee heb dat je hiermee in bepaalde omstandigheden je kansen reduceert. Het voorvoeren dat ik doe op deze water is gerelateerd aan het tijdstip van het jaar, de bezetting vis, de stek /het watertype en mijn eigen vangsten. Ik ben er dan ook van overtuigd dat je met het voeren van kilootje bollen op een tactische manier, meer zult bereiken dan het zomaar telkens droppen van 5 kg bollen (op een plaats omdat je denkt dat er wel eens vis zou kunnen langs zwemmen). Wanneer ik er voor kies om een stek met langere duur aan te voeren, dan betekent dit meestal dat ik een halve tot enkele kilo’s verspreid over een aantal honderd meters. Naar mijn mening bereik je op deze manier meer vissen en dus ook vissen die mogelijk langer in een bepaalde sector van het water zullen vertoeven.

Instant vissen

Er zijn bepaalde omstandigheden waar ik bij aankomst al enkele kilo’s bollen voer voordat er een rig te water gaat, maar er zijn ook omstandigheden waarbij ik slechts 10 bolletjes geconcentreerd rondom mijn haakaas voer. Zoals hierboven vernoemd heeft dit binnen mijn visserij te maken met het tijdstip van het jaar, de bezetting vis, de stek/het watertype en mijn eigen vangsten.

De juiste hoeveelheid voer op het juiste moment.

De juiste hoeveelheid voer op het juiste moment.

Wanneer ik naar mijn mening ‘vol op de vis zit’ en het is het late voorjaar, zomer of najaar, dan kan het gebeuren dat ik soms 2 a 3 kg voer voordat ik mijn stokken in heb liggen. Wanneer ik de vorige vissessie geblankt heb of twijfel over de aanwezigheid van vis, dan zal ik in dezelfde jaargetijden meestal starten met een half kilootje bij te voeren. Ik reken hierbij trouwens niet ‘per hengel’ omdat ik dit vaak onzin vind. Ik baseer mijn voerhoeveelheid namelijk op de stek en aanwezigheid van vis.

Liever een halve kilo gevoerd op 2 hengels waarbij ik een azende karper zal vangen, dan 1 of 2 kilo voer verdeeld over 3 stokken waardoor ik mijn kansen reduceer. Wanneer je het namelijk van een enkele karper die overkomt moet hebben, kan een half kilootje misschien net te veel zijn om het opnemen van je haakaas te realiseren.

Tijdens een (instant) sessie voer ik meestal met verschillende diameters en vormen door elkaar. Dit doe ik omdat de karper verschillende zuigkrachten moet zetten tijdens het opnemen van de aasdeeltjes. Ik probeer hierdoor de vis te misleiden zodat het dier minder argwaan zou hebben tijdens het opnemen van mijn daadwerkelijke haakaas. Mijn rig is, behalve tijdens de winter, meestal voorzien van een 20mm bol met daarboven een 15 mm bol en uiteindelijk een stukje kurk. Ik verkies een groot haakaas zodat ik minder last heb van witvis, echter wanneer deze massaal op je stek rondhangen wijst de praktijk voor mij uit dat je niet ontkomt aan een aanbeet van deze krengen.

Simpel maar effectief!

Rigs zijn bij mij simpel maar effectief!

Hetgeen waar ik overigens ook al vaker met mensen over gespeculeerd heb is dat een groter haakaas voor de karper mogelijk minder makkelijk uit te spuwen valt. Hierdoor zou je sneller een prik van de haak kunnen afdwingen bij het opnemen. Ik kan dit echter niet vaststellen omdat ik hier geen direct bewijs voor heb om dit te kunnen onderbouwen.

Na het lezen van dit artikel heeft u een zicht op wat mijn visie is betreffende de bovenstaande onderwerpen en wat naar mijn mening doorslaggevend kan zijn om succesvol te vissen op kanalen en rivieren. Nogmaals wijs ik er op dat dit gebaseerd is op een individuele beleving en interpretatie waardoor ik niet suggereer dat dit als algemene waarheid moet worden aangenomen. Wanneer personen andere ervaringen in de praktijk hebben, sta ik hier ten alle tijden voor open.

Martijn Oerlemans

Bekijk ook