KWO Rotary – Het belangrijkste puzzelstukje
Rigs, aas, tactiek, stekkeuze of tijd… Lees in deze interessante KWO Rotary wat volgens Michiel Pilaar, Niko Vervaet en Lex Cuyten de belangrijkste puzzelstukjes zijn om succesvol op karper te vissen…
Bijdrage Michiel Pilaar
Het interessante aan karpervissen is toch ook wel de ongrijpbaarheid er van. Eind april maakte ik een twee daagse verkenningssessie in Frankrijk. Beide dagen zeer zonnig, 20 graden en een flauw windje. Op dag 1 spotte ik een vis of 15 in een ondiepe kom. Een dag later: terug met 2 hengels en nog maar 1 vis te zien.
Raadselachtig: gisteren 15 vissen gespot, een dag later slechts 1 vis kunnen zien… Blanken.nl 😉
En dat bij exact hetzelfde weer en terwijl ik had gedacht dat JUIST nú de vis richting de paai zou moeten gaan (wat ze sowieso in die kom zouden moeten doen). Bizar, en ook voor mij weer een complete verrassing! Ik dacht écht “morgen wordt het hakken”. Ik kreeg dus het deksel op mijn neus maar heb wel weer een ervaring erbij die ik in mijn ‘baggage’ mee kan nemen.
Bovenstaand voorbeeld brengt mij dan ook exact op het, in mijn ogen, allerbelangrijkste puzzelstukje; namelijk de locatie (stek). Ik wil altijd op de stek vissen waar de karpers azen, let op: niet te verwarren met ‘zwemmen’. Want tussen “hey, daar zwemt een karper” en “hoera, ik krijg een aanbeet” zit een groot verschil.
Slovenië 2014: op veel stekken vis gespot. Toch gekozen voor dat ene stekje waar Mark en ik maar met 1 hengel per persoon konden vissen. Een goede keus want ieder visuur vingen we een karper!
Minimale uren, maximaal rendement
Bovenstaande slogan vat de kern van mijn visserij prima samen. Ik vis meestal zeer korte sessies en daarin wil ik zo veel mogelijk vangen. Omdat ik mijn visserij af stem op ‘veel aanbeten’ komen de grote vissen er vaak wel tussendoor.
Om de juiste stek te bepalen voor dát moment (een week later kan het immers totaal anders zijn) komt er waterkennis én strategie bij kijken. Want een goede stek is één, maar deze zo efficiënt mogelijk afromen is een tweede. Ik merk, door de jaren heen, dat dit steeds eenvoudiger wordt. Puur omdat ik de puzzelstukjes beter begrijp en ze sneller tot een plaatje kan leggen omdat ik veel situaties al eens heb mee mogen maken.
Als ik veel runs krijg komen de grotere vissen meestal ook op de kant. En als dat niet het geval is… dan heb ik in ieder geval lekker gevist en genoten van de actie 😉
De laatste jaren heb ik mijn visserij echt gespecialiseerd in het vissen van de genoemde ‘mini- sessies’. Deze visserij moet je wel liggen, want het vreet enorm veel energie. Zo’n 80-90 % van de keren vis ik niet langer dan 2 tot 8 uur op een stek. Ook tijdens meerdaagse sessies in het buitenland.
Mijn materiaal is hier dan ook op afgestemd: binnen 5 minuten heb ik mijn hengels en steunen in het foudraaltje gestoken en de overige spullen in een tas geduwd. Items die voor mij goud waard zijn: een mini bootje (ofwel een speelgoedboot, of een 1.8-2.0 meter bootje), een goede werpbuis/voerschep voor het voorbereiden van de stekken, een trolley en een stretcher met een hoes, zodat er geen tent nodig is.
Mijn lievelingsvisserij: een trolley, een stoeltje, 2 hengels en zo super actief voerstekken afromen.
Maak ze ‘para’
Het fijne van al deze mini sessies is: tussendoor heb je tijd om stekken aan te voeren, dat is namelijk het volgende ‘puzzelstukje’; karpers GEK maken, echt op hol laten slaan onder water. Als ik eenmaal de juiste stek heb gevonden en deze (kort) kan bevissen is het zaak om de karpers zo maximaal mogelijk te laten azen, het liefst heb ik dat er flinke voedselnijd ontstaat.
- Wat ik doe: meermaals per dag proberen te voeren. Je kan in 1 keer 5 kilo te water laten, maar met een beetje ‘pech’ is het aas na 1 uurtje ‘pleite’ en hebben de vissen 23 uur om de stek te verlaten. Het is vaak (uiteraard niet altijd) effectiever om die 5 kilo te verdelen in bijvoorbeeld 3 voerbeurten. Zo zullen de karpers meer reden hebben om op de stek te blijven en ook zullen ze gretiger worden (voedselnijd). Helaas is het meermaals voeren niet altijd mogelijk (als je achter je computer op kantoor zit bijvoorbeeld…), maar als je de kans hebt: altijd doen!
Zomervakantie 2006, Cassiën; meermaals per dag voeren zorgde voor voedselnijd en flink wat runs.
- Omdat ik ga voor ‘voedselnijd’, kies ik ervoor om bij mogelijk karpers hun ‘voedsel spectrum’ te raken. Hiermee bedoel ik: aas gebruiken dat door veel karpers in de “fak, dit is lekker” categorie valt. Ik kies dan ook vaak voor een attractieve boilie in meerdere diameters (gemixt). Ook voeg ik graag pellets en tijgernootjes toe. Ik heb echt gemerkt dat ik hierdoor meer karpers aan het azen krijg op mijn stek dan wanneer ik enkel en alleen 20 mm bollen op de stek zou parkeren.
- Tijdens het vissen ben ik ook continu bezig met wel/niet bijvoeren. Dit is een gevoelskwestie. Zeker op de ‘hardere’ (dressuur) wateren zullen de bijgevoerde boilies regelmatig opgevreten worden en zal je haakaas als ‘single’ over blijven. Als ik vissen zie rollen, draaien op de stek en ik krijg wat lijnzwemmers… dan zal ik zeker om het half uur een handje boilies te water laten. Dit om de vissen continu te prikkelen en hopelijk enige voedselnijd te creëren.
Voorjaar 2015; continu bijvoeren van kleine hoeveelheden voer zorgde er mede voor dat deze zeer oude vis voor de bijl ging.
- Zelf niet té gretig zijn! Karpervissen is voor mij een tactisch steekspel en daarbij hoort ook: gas terugnemen. Als ik merk dat het ‘los’ is dan zal ik na 1 tot 3 aanbeten vrijwel altijd stoppen met vissen. Waarschijnlijk zou ik, als ik dóór zou vissen, 4 of 5 vissen vangen, maar is de stek daarna zó verstoord dat je een aantal ‘opbouwende’ dagen nodig hebt om het vertrouwen van de vissen opnieuw te winnen. Mijn keuze is: 1 tot 3 aanbeten (hopelijk) verzilveren, de stek aanvoeren, rust geven, opnieuw aanvoeren en na een aantal herhalingen pas opnieuw te bevissen.
- Kleine, maar belangrijke, details zijn voor mij dat ik bijvoorbeeld probeer om tijdens die mini sessies zoveel mogelijk te werpen (even voor een deel van de vissers: je hoeft niet altijd een voerboot te gebruiken) en zo licht mogelijk lood te gebruiken. Licht lood (40-50 gram) heeft mijn voorkeur omdat; A. vrijwel niemand dit gebruikt en B. Omdat het minder ‘plonst’ bij de inworp. Omdat ik de stekken maar zeer kort bevis wil ik zo min mogelijk verstoren (vandaar ook beperkt gebruik van een boot). De rigs die ik gebruik zijn eenvoudig: een goede, scherpe haak, een line aligner en een druppeltje putty!
Al met al zijn dit toch wel mijn belangrijkste puzzelstukjes: de juiste stek, de juiste aasprikkel creëren middels een goed voerplan en vervolgens: kort en slim afvissen (en op naar de volgende stek)!
Maar goed, zoals ik in m’n intro al schreef ga ik nog regelmatig op m’n bek. Iets wat mij alleen maar prikkelt om iedere keer bij te leren en mezelf als visser te ontwikkelen!
Bijdrage Niko Vervaet
Welke karpervisser kan de complete puzzel samen leggen…? Of bestaat deze puzzel niet en zullen er altijd puzzelstukje ontbreken? Net zoals het getal ‘Pi’, dat geen uitkomst heeft na de komma… Zo moet je volgens mij ook het karpervissen zien! Als een puzzel waarbij je zoveel mogelijk stukjes moet samenleggen om succesvol te zijn en daar ga ik in deze Rotary wat dieper op in.
Het werken aan de puzzel die ‘karpervissen’ heet: het mooiste wat er is.
De 3 pijlers en het laatste eindje…
Waar heel veel over geschreven en gefilmd wordt is toch wel ‘het laatste eindje’ en het is verleidelijk om hierover een pagina vol te schrijven. Maar met ‘De Puzzel’ zie ik het vooral ruimer. Daarom ga ik ook chronologisch te werk om succesvol te zijn aan de waterkant. Ooit schreef ik al eens dat er 3 grote pijlers zijn in mijn visserij en dat zijn ‘de plek om te vissen, het juiste aas en de juiste rig’. Zitten die 3 allemaal snor… dan ga je zeker vangen.
De juiste plaats is het belangrijkste wil je een succesvolle sessie maken. Je kan met het beste aas aan het vissen zijn, als de vis er niet zit vang je ze niet. Observeren heeft de laatste jaren meer en meer de overhand binnen mijn visserij gekregen. Een degelijke verrekijker en vroeg opstaan hoort dan ook bij mijn ‘basisuitrusting’ van mijn visserij.
Observeren en je tactiek aanpassen op je bevindingen; het werkt voor mij!
Observeren kan de stek zijn die je bevist (denk aan bellensporen) of het gehele water. Wees maar zeker dat dit loont! Vind je de karper, dan kan je er van op aan dat je er vaak ook eentje vangt (mits juist gevist uiteraard).
Hoe kouder het water is hoe belangrijker het wordt om te weten waar ze zitten. Karper is koudbloedig en dit wil zeggen dat als het kouder wordt, dan zal zijn lichaamstemperatuur ook dalen waardoor hij minder energie zal verbruiken. Succesvol wintervissen valt bij mij dan ook samen met de juiste locatie. Tijdens de warmere periodes zal de karper veel meer rondtrekken op zoek naar iets eetbaars. Daarom kan het ‘uitzitten’ op een stek lonender zijn omdat de karper kan ‘arriveren’. Maar als de vissen eenmaal op (of rond) de stek zijn, dan zijn we bij het volgende punt aanbeland; namelijk aas.
Een koudbloedig wezen… 😉
Het puzzelstukje ‘aas’
Een heel belangrijke factor om karper te verschalken is aas. En dit kan heel veel vormen hebben gaande van partikels, boilies, levend voer, brood, pellets, enz… Het enige wat het moet doen is; karper aantrekken, doen overhalen om te azen en (hopelijk) haken. Het belangrijkste is toch dat ‘karperaas’ vooral de vis moet aanzetten om te azen en ze daar liefst ook te houden! Pas dan kan je een aanbeet krijgen en heb je kans op meerdere vissen.
Karpers tot azen brengen kan met boilies, partikels of pellets. Of… met een combi van al dit lekkers!
Dat partikels, pellets e.d. sublieme vislokkers zijn is wel duidelijk voor iedereen. Het is pas als de boilie op het toneel verschijnt dat er verschil in vangsten kan optreden en dat zeg ik niet zomaar. Iedereen die op Carp Zwolle rondgelopen heeft zal gezien hebben dat het aanbod aan aas gigantisch is. Werkelijk alle geuren en kleuren waren er te bewonderen, te beruiken en te beproeven. En allemaal worden ze omschreven als de ‘beste karpervangers’.
Door mijn ondertussen al iets meer dan 20 jarige ervaring in dit gebeuren kan ik als enige goede raad meegeven dat je het beste een boilie kunt gebruiken waar je in het verleden al goed mee gevangen hebt. En dat zeg ik niet zomaar hoor (vooral naar de jongere generatie dan); wat vroeger goed was, zal hedendaags goed zijn en in de toekomst ook! Zo simpel is het vaak.
Door de jaren heen heb ik geleerd om te vertrouwen op mijn aas, rigs en aanpak.
Het is pas als je een bepaald aas leert kennen dat je er vertrouwen in kan opbouwen en dan ontdek je pas wanneer (en waar) het aas optimaal inzetbaar is. En dat kan per boilie verschillen! Partikels hebben, in mijn ogen, een hogere algemene acceptatie. Aas is voor mij dan ook een heel belangrijk puzzelstukje!
Rigs & voeren
Eigenlijk kan je al een boek vol schrijven over het ‘hoe en wat’ van rigs. Maar ik tracht het simpel te houden en enkel goede headliners mee te geven.
Voeren kan een sleutel zijn om vrij eenvoudig succes te hebben! Voer je op voorhand en wat verspreidt, dan verplicht je de karpers zich te verplaatsen om op zoek te gaan naar je voer. Verplaatst een karper zich, dan gaan veel rigs ‘werken’. Hier bedoel ik mee dat de karpers de rig ‘strakzwemmen’ en zichzelf prikken.
Geprikt op een grote voerstek.
Voer je compact, dan hoeft een karper niet direct te zwemmen en maak je het jezelf dikwijls moeilijker om een karper te haken. Als je slim voert zal een goede basisrig in heel veel gevallen perfect werken.
Vis vooral ook scherp! 15 ponds rigmateriaal gevist met een haakmaatje 8 en een klein stukje shrinktube is mijn ideale combinatie. Veel meer heb je niet nodig om een degelijke basisrig te maken. Natuurlijk heb je legio andere materialen die zeker in aanmerking komen om bijzonder goede rigs van te maken, maar ik opteer voor eenvoud. Toch kunnen tal van andere rigs zeker een pak bonusvissen opleveren maar daar dat is en blijft experimenteren!
Een eenvoudige maar prima combinatie die mij al veel moois heeft opgeleverd.
Bovenstaande is vooral geschreven naar de jeugd toe (die nog de kneepjes van het vak moeten leren). Houd dit in gedachte en je zal een heel eind komen. Vaak zie ik dat ze aan de slag gaan met ‘overgecompliceerde-alles-vangende rigs’. Volgens hen dan toch… Maar als ik hen uitleg dat dit niet altijd nodig is snappen ze het meestal wel.
Met vallen en opstaan… Zo heb ik het geleerd en zo zal het hen ook vergaan in hun karpervissens bestaan. En stukje bij stukje leren ze de puzzel beter begrijpen…
Bijdrage Lex Cuyten
Dat karpervissen populair is valt niet meer te ontkennen. De commercie heeft dit ook nog eens flink opgedreven. Bedrijven weten van gekkigheid niet meer wat ze moeten verzinnen. Dit kan soms handvatten bieden, maar veelal wordt er ingespeeld op de onzekerheid van de vissers.
Karpervissen is immers een hobby waarin je vaker naar je hangers aan het staren bent dan dat je staat te drillen. Afijn, die commercie kan soms handig zijn, maar je moet de juiste dingen eruit kunnen filteren die voor jou eventueel van belang kunnen zijn. Het merendeel is rommel en kan je letterlijk en figuurlijk zo aan de kant schuiven.
Kijk je niet blind op de commercie en maak vooral je eigen plan.
Je zal dus rustig te raden moeten gaan hoe jouw visserij er uit ziet. Mijn advies: houd het zo simpel mogelijk en beperk je tot de dingen die écht van belang zijn. De belangrijkste zaken moet je namelijk uit jezelf halen en dat is doorzettingsvermogen en plezier hebben. Als je die 2 puzzelstukken mist dan gaat het veelal toch niet lukken hoe bruut je ‘kerstboom-onderlijn’ er ook uit ziet en hoe lekker je zogenaamde wonderboilie ook ruikt.
Doorzettingsvermogen
Dit is een beetje afhankelijk van waar je vist, maar onze geliefde vriendjes komen helaas niet vanzelf op de kant. Ook de beste manier van aanpak is per water vaak verschillend. Dus als je succesvol wilt zijn zal je veelal keihard door moeten zetten! Vallen en opstaan, door weer en wind, bikkelen op stekken waar je geen tentje kwijt kunt, met of zonder vismaat. Tot… totdat het lukt! Op een gegeven moment kan je daarna je ervaringen in soortgelijke situaties op andere wateren gebruiken en zo zal het sneller gaan lukken.
Een karper van een lastige rivier. Doorzettingsvermogen gaf hier de doorslag!
Een visser met doorzettingsvermogen zal over het algemeen meer ‘trial and error’ situaties meemaken en iedere keer zal dit een leermoment zijn. Al die leermomenten samen maken je tot een betere (en completere) visser. Ik besef ook dat je soms wél veel WILT doorzetten… maar er niet altijd tijd is om te gaan vissen.
Genieten
Dit is toch wel het belangrijkste; probeer er een beetje van te genieten. Iedere vis telt en geeft je toch weer even die adrenaline stijging bij de aanbeet. Als je altijd en overal die grote bakken weet te vangen gaat de lol er ook snel vanaf hoor.
Zoekt en gij zult vinden!
Vissen is gewoon tot rust komen al zou je dat fysiek misschien niet altijd zeggen. Voor mij is het toch nog steeds een heerlijke uitlaatklep. Soms beleef ik mijn visserij alleen, soms met vrienden, maar altijd probeer ik er maximaal van te genieten.
Kortom, vraag het jezelf maar eens af als je weer aan de waterkant zit; of je er wel echt nog van kan genieten.
