Voorjaarsmigratie of -migraine…?

De visserij in het voorjaar kan zeer lastig zijn. In deze update van Ruud Hageman en Kees Deelder breken zij hun hoofd over de tactieken die ze het beste kunnen toepassen tijdens hun trips naar het buitenland. Lees en leer met de mannen mee!

Soms hebben vismaat Kees en ik het er wel eens over: Konden we maar eens één vis voorzien van een zendertje, dat zou het leven zoveel makkelijker maken. En dan op het scherm van je iPhone kunnen aflezen waar de vis zich op enig moment bevindt. Want die vis zwemt natuurlijk niet alleen, zijn makkers zijn vast ook in de buurt!

Waar oh waar?

Waar oh waar?

Dit is natuurlijk fantasie, maar weerspiegelt wel haarfijn de frustratie die regelmatig opduikt als de vis weer eens onvindbaar lijkt. Onze visserij richt zich met name op grote waterpartijen en rivieren en dat heeft zo zijn voor- en nadelen. Enerzijds is er het avontuur, de drang naar het onbekende. Wilde karpers die nog nooit zijn gevangen en zich uit alle macht verzetten. Vissen die zich niet als een mak schaap naar de kant laten trekken omdat ze inmiddels begrijpen, na voor de zoveelste keer te zijn gevangen, dat het vechten zinloos is.

Anderzijds krijg je natuurlijk wel te maken met visloze sessies die met de nodige frustraties gepaard kunnen gaan. Voor ons wegen de voordelen zeker op tegen de nadelen en dus nemen we het sufpiekeren over het migratiegedrag van de vissen en de bijbehorende visloze sessies en frustraties op de koop toe.

Rivieren

Vooral de rivieren hebben ons al heel wat grijze haren bezorgd. Op zich is het vangen van rivierkarpers niet moeilijk, maar je moet ze wel eerst even hebben gevonden en daar wringt de schoen regelmatig. Vooral de jaargetijden spelen bij het trekgedrag van deze vissen een grote rol. Het lijkt simpel. In het voorjaar trekt de vis naar de ondiepere gedeeltes van de rivier, meestal kommen of ondiepe zijarmen. Het water warmt er sneller op en de vis verzamelt zich voor de paai.

Strategy-Carp-Magazine_27-30_Voorjaarsmigratie-of-migraine_NL_1000_002

Rivieren kunnen lastig zijn om te kraken.

Op zich klopt deze stelling, maar er zijn wel wat haken en ogen. Timing is bijvoorbeeld een belangrijk aspect. Wij hebben gemerkt dat de vissen soms maar een zeer korte periode in dergelijke sectoren aanwezig zijn. Ga dat van tevoren maar eens goed plannen! Dichtbij huis lukt dat prima. Je gaat gewoon af en toe kijken of de vis het paaigebied al heeft betreden. Maar voor bijvoorbeeld de Frankrijk-visserij is dit veel lastiger in te schatten en speelt de geluksfactor een belangrijke rol.

Vaak ben je te vroeg, de vis is er nog helemaal niet, of niet in voldoende mate. Soms ook ben je te laat. Dat is wel een ruim begrip. Wij maakten regelmatig mee dat er nog wel vis aanwezig was in het paaigebied, maar de vangsten liepen binnen één of twee dagen drastisch terug. Dan ben je in principe al aan de late kant en profiteer je te kort van de paai.

Het meest ideale scenario is dat je aanwezig bent als de vissen arriveren. Meestal zijn ze behoorlijk los en makkelijk vangbaar. Hier geldt nog wel een nuance. Het is bekend dat de kleinere vissen (hommers) als eerste arriveren en de grotere dames zich pas later in het liefdesspel mengen. Als je de kleinere mannetjes vangt is het vaak een kwestie van tijd voordat de zwaardere exemplaren op de kant komen. Doorgaans duurt de hele cyclus 1 à 2 weken.

Strategy-Carp-Magazine_27-30_Voorjaarsmigratie-of-migraine_NL_1000_004

Hoog water en een harde stroming kunnen funest zijn voor de vangsten.

Een ander probleem waar wij regelmatig tegenaan lopen is dat de vis niet elk jaar consequent kiest voor dezelfde sector om af te paaien. Vaak zijn het dezelfde gebieden, maar toch kan er een wisselend patroon optreden en kiest de karper ervoor om bijvoorbeeld willekeurig tegen de ondiepe kanten van de rivieren te paaien, vaak in kleinere groepjes. Er is dan niet echt sprake van een paaitrek en dergelijk onvoorspelbaar gedrag zal ongetwijfeld te maken hebben met het verloop van de winter, watertemperatuur, stroming, waterstand, etc.

Voor de Frankrijk-visserij geldt dat als je in een gebied meerdere wateren kunt bevissen, het risico enigszins wordt gespreid. Dit voorjaar bevisten Kees en ik een eiland in een rivier waar we voorheen mooie vangsten hadden geboekt. Als gevolg van het warme voorjaar waren we deze keer duidelijk te laat. Het begon hoopvol met een mooie 20 kilo-vis, maar dat bleek een lokale bewoner, want al snel vielen de vangsten terug en vingen we enkel nog een paar kleine schubkarpers.

Een compleet ander beeld dan het jaar ervoor. De omstandigheden waren toen ook heel verschillend. Het water stond een stuk hoger en was enkele graden kouder. Ondanks dat de paaitrek duidelijk al voorbij was besloten we het toch nog een paar dagen te proberen. Het blijft een rivier, je weet het dus maar nooit.

Zwanen?

Het nachtvissen geniet niet meer mijn voorkeur en ik vis puur overdag. Dus zoals  gewoonlijk keer ik aan het begin van de avond terug naar ons chalet, terwijl Kees de nacht op het eiland doorbrengt. De volgende ochtend sta ik met een bak koffie in de hand voor ons huisje en tuur over het nabijgelegen kanaal. In de verte zie ik achter een aantal kleine eilanden een stel zwanen zeer vreemde bewegingen maken. Toch maar even de bril pakken binnen en een tweede observatie leert mij dat het hier geen zwanen betreft. De grote witte vlekken zijn enorme vissen die zeer frequent geheel het water uitkomen.

Zijn het daadwerkelijk zwanen in de verte?

Zijn het daadwerkelijk zwanen in de verte?

Vol ongeloof spring ik in de auto en scheur richting het kanaal. Dit wil ik van dichtbij zien! Vanaf een brug kan ik redelijk in de buurt komen en wordt mijn vermoeden bevestigd: er springen met grote regelmaat zeer zware karpers en ik zie er ook een groot aantal zwemmen. Het gemiddelde gewicht is om van te smullen. Achter deze eilanden is het zeer ondiep en deze samenscholing van karpers heeft ongetwijfeld te maken met de paai.

Als een speer begeef ik mij richting het eiland om Kees op te halen en na een dag hard werken zitten we tegen de avond in ons chalet en worden de plannen gesmeed. Het kanaal staat in verbinding met een groot meer, gescheiden door een smalle damwand. We besluiten 2 rubberboten langs de damwand te positioneren en vanaf het meer de ondieptes achter de eilanden te bevissen. Inmiddels is vriend Pieter voor een paar dagen onze gast. Natuurlijk is hij altijd bereid zich op te offeren om een dagje met ons mee te vissen.

Strategy-Carp-Magazine_27-30_Voorjaarsmigratie-of-migraine_NL_1000_006

De vis vinden is de belangrijkste voorwaarde voor succes!

Kees en ik delen de rubberboot en terwijl we de hengels uitwerpen springt er een grote vis vlak voor onze neus. Ze zitten er blijkbaar nog steeds! We vissen op het ondiepe stuk achter de eilanden en vlak achter de damwand. Het is zeer ondiep, er staat nauwelijks één meter water. Binnen een half uur klapt mijn hengel haast dubbel en zien we hoe de gehaakte vis met veel geweld probeert te vluchten.

Het is zó ondiep dat de brede rug van de vis geheel boven water steekt en wat is het een bak! Er zijn enorm veel obstakels en met alle macht probeer ik de vis te stoppen. Het tumult dat de vis in het ondiepe water veroorzaakt is indrukwekkend. Het logge lijf zwemt zich vast op een ondiepe zandbank en  door de grote druk op de lijn in combinatie met de aanwezige mosselen knalt de lijn aan flarden. Daar sta ik dan met alleen nog een wapperend lijntje, zwaar teleurgesteld. Maar we kunnen er niet te lang bij stilstaan want de vis springt nog volop en is duidelijk nog in groten getale aanwezig.

Dan is het raak!

Dan is het raak!

Mijn volgende kans laat niet lang op zich wachten. Nu is het de hengel langs de damwand die haast uit de boot wordt getrokken. Snel beweegt Kees de boot langs de damwand richting de vis om zoveel mogelijk lijn binnen te hebben. Ook deze vis vecht als een beer en wederom tracht ik de vis zo weinig mogelijk speelruimte te geven. Deze keer hebben we meer succes en even later ligt er een dikke spiegelkarper van over de twintig kilo in de boot.

Te laat

De rest van de ochtend blijft het stil en het aantal springende karpers wordt snel minder. Toch enigszins teleurgesteld blazen we de aftocht. De karpers hebben blijkbaar al volop gepaaid, nota bene vlak bij ons chalet en we hebben het niet gezien. De pil smaakt vooral bitter omdat het bestand op dit kanaal en het aangrenzende meer uniek is.

Er zwemmen grote aantallen zware vissen rond die doorgaans moeilijk vangbaar zijn. Ze lagen waarschijnlijk al dagen vlak bij ons onderkomen op een presenteerblaadje, maar ook op dit water speelt de onvoorspelbaarheid van de vis een grote rol. Wij komen al jaren in dit gebied en de vis paait op allerlei willekeurige plekken. Soms in kleine groepjes op het meer, of ergens langs de oevers van de rivier. Deze keer was het groepje eilanden blijkbaar de uitverkoren plek en het is opvallend dat zich hier zo’n groot aantal karpers had verzameld. Eerder hadden wij nooit berichten gehoord dat de vis hier in groten getale afpaait.

De vis trekt weg en de hangers komen helaas niet meer in beweging.

De vis trekt weg en de hangers komen helaas niet meer in beweging.

De volgende dag besluiten Kees en Pieter het toch nog een dag te proberen en deze keer kiezen ze ervoor om met twee rubberboten richting de eilanden te varen om nog scherper in het paaigebied te kunnen vissen. Het is zelfs mogelijk om achter het eiland met behulp van lieslaarzen door het water te waden. Een snelle run met als afloop een lijnbreuk is het laatste wapenfeit van die dag. De vis springt nauwelijks meer en trekt weg. Het is voorbij.

Investeren

De voorjaarsmigratie van karpers blijkt een moeilijk te voorspellen fenomeen. Het vaak bevissen van een bepaald gebied helpt de zaak enorm vooruit. Geleidelijk leer je beter de patronen in kaart te brengen. Het is een langzaam leerproces omdat je steeds te maken krijgt met variabele omstandigheden. Geen voorjaar is immers gelijk en zelfs de voorafgaande winter kan al invloed hebben op de paaitrek in het voorjaar.

Wij hebben het Moselle-gebied in het noorden van Frankrijk gedurende 15 jaar intensief bevist en dat heeft uiteindelijk haar vruchten afgeworpen. De laatste paar jaar dat wij daar actief waren hebben we met name in het voorjaar uitzonderlijk goed gevangen. Niet dat we exact konden voorspellen wanneer de vis zich in het paaigebied zou bevinden (dat is bijna onmogelijk gebleken), maar wat we wél vrij nauwkeurig konden bepalen bij het begin van een sessie was in welk stadium de paaitrek zich op dat moment bevond.

Waren we bijvoorbeeld te vroeg, dan wisten we precies waar de vis zich ophield en dat waren dan niet meer dan twee mogelijkheden: of ze lagen massaal te wachten in een aangrenzende kom van de rivier, of ze lagen al dichter tegen het paaigebied, in de buurt van een groepje eilanden. Soms ook waren we wél precies op tijd en bevond de vis zich op de paaigronden. Ook de stadia na de paai hadden we goed inzichtelijk en hoewel de duur maar kort was, konden we hier toch ons voordeel mee doen.

De juiste timing blijft cruciaal.

De juiste timing blijft cruciaal.

De beste resultaten boekten we ongeveer een week voor de paai. De karpers nemen makkelijk voedsel op en door de grote concentratie vis gaat ook de voedselconcurrentie in je voordeel werken. Vooral de laatste dagen vlák voor de paai zijn interessant omdat vooral dan de grotere vissen ten tonele verschijnen.

Leerproces

Samengevat kan het voorjaar en de bijbehorende migratie een groot voordeel opleveren, maar de natuur blijft grillig en laat zich niet dicteren. De keren dat je er volkomen naast zit zullen talrijk zijn en na al die jaren ervaring gaat het ook bij ons nog regelmatig mis. Frankrijk-sessies worden door ons al vaak een jaar van tevoren gepland in verband met werk en andere verplichtingen. Ofschoon we proberen op grond van opgedane ervaringen zo nauwkeurig mogelijk de paaitrek te voorspellen, het blijft een loterij.

Succes en falen, nauw met elkaar verbonden.

Succes en falen, nauw met elkaar verbonden.

Het liefst zouden we één dag van te voren, op basis van de vigerende omstandigheden in Frankrijk, willen besluiten om weg te gaan, maar dat is meestal niet realistisch. Het thuisfront en ook de werkgever heeft het karpervissen nu eenmaal niet zo hoog op de prioriteitenlijst staan als wij. De paar keer dat het ons wél lukte om naar Frankrijk af te reizen omdat we wisten dat de migratie was begonnen, hebben ook geen windeieren gelegd. Dan val je met je neus in de boter. De succescurve wordt wel stevig positief beïnvloed als je een gebied beter leert kennen. Dat betekent echter investeren en incasseren als je de plank weer eens helemaal misslaat.

Maar als je dan uiteindelijk op je stek arriveert en je ziet de eerste hoogzwangere karpers het wateroppervlak doorklieven, dan valt alles van je af. Je kijkt je vismaat aan met die veelbetekenende blik: Yes, het gaat gebeuren!

Ruud Hageman en Kees Deelder

Bekijk ook