KWO Rotary – Juni – Worden onze stadswateren onderschat?

Onze stadswateren worden vaak niet benoemd bij de ’topwateren’ maar stiekem zijn er mooie karpers te vangen… Toch? In deze KWO Rotary geven Robert de Wilt, Rolf Bouman en Mark Hofman hun visie.

De KWO Rotary is een maandelijks item waarin 12 ervaren vissers als Niko Vervaet, Gio Vanhooren, Robert de Wilt, Wijtze Tjoeker, Roelof Schut, Roderick Langeveld, Martin Post, Ernesto Kamminga, Sjef van den Hoven, Kevin Diederen, Lex Cuyten en Rolf Bouman hun visie geven op een breed scala aan interessante onderwerpen.

KWO_Rotary

Iedere maand kiest 1 van de rotaristen een onderwerp waar hijzelf én twee medevissers hun visie op geven. Het leuke is dat zij NIET van elkaar weten wie er mee schrijft. Dus ook de rotaristen lezen pas ná publicatie de visies van hun mede auteurs! Dat maakt deze rotary uniek en super leerzaam!

De 3 bijdragen zijn allemaal kort en bondig (zo’n 500 woorden) en nodigen hopelijk uit tot een interessante discussie die ons allemaal verder zal brengen in onze visserij!

Rotary Master Juni – Robert de Wilt

Onderwerp: Stadswateren

In de Rotary van juni laten we 3 mannen met een duidelijke visie los op het onderwerp ‘stadswateren’. Aan het woord; Robert de Wilt, Rolf Bouman en ‘stand in’ Mark Hofman! Veel leesplezier!

Bijdrage Robert de Wilt ‘De onderschatting van ons stadswater’ 

Karpervissen is gigantisch in populariteit toegenomen. Gevolg: steeds meer karpervissers, en steeds drukker langs de waterkant. En dat levert gemopper op. Zo zou je volgens sommigen bijna nergens meer je ding kunnen doen, tegenwoordig. Ook ík mopperde vrolijk mee, als ‘mijn’ circuitwater weer eens stampensvol bivy’s stond. Maar toen besloot ik het e.e.a. eens wat nuchterder te gaan bekijken. En wat bleek (even gechargeerd gezegd): 95% van de karpervissers zit langs 5% van onze wateren. En dat levert – naast maagdelijke stadsvangsten – in ieder geval prima inspiratie op voor deze KWO Rotary! ☺

Ro-karaktervisjes

Niet alles is groot, maar vergeet niet: stadsvissen zijn daarentegen vaak wel karaktervissies!

Putjes-vissers

Dat er in vergelijking met de jaren ’90 aanzienlijk meer boilievissers rondlopen, staat als een paal boven water. Vooral langs de populairdere wateren – van de peppie-en-kokkie-putjes, tot de circuitwateren. Daar dus zéker meer vissers, en minder bewegingsvrijheid per visser. Absoluut waar. Vervelend ook, als je er zelf vist. Maar zoeken we die drukte ook niet een beetje zelf óp? Ik bedoel: zeggen dat je nergens je ding meer kunt doen, vind ik nogal ver gaan. Het ligt er maar net aan wat je doelstelling is. En op wat voor type water je graag vist. Wil je per se kans maken op een bestand met 20 kg+, of zelfs 25 kg+ vissen, die vissen niet zelf te hoeven ontdekken (lees: pionieren), en als het effe kan de overkant kunnen zien?

Ro-actie

Ik hou van een kromme hengel. Actie. Waar en hoe interesseert me niet.

Ja, dan kom je vanzelfsprekend ook wat sneller uit op een druk bevist water. Eentje waar jij ‘via via’ al van weet dat dergelijke bakken er rondzwemmen. Al ben je daar doorgaans dan niet de enige in – zelf heb je het immers ook weer van iemand anders gehoord… Afijn, het bekende riedeltje. Resumé: grote-vissen-vissers komen – uitzonderingen daargelaten – toch vaak op dezelfde putten en plassen uit. Feit is wel: niemand die je daartoe verplicht. Die keuze heb je helemaal zelf gemaakt.

Dikke vissen, dikke pret?

Er is natuurlijk helemaal niets mis met grote vissen willen vangen. Iedereen vangt ze graag. Sterker nog, zelf heb ik ook zo mijn ‘ik moet en zal een 20 kg-vis hebben-periode’ gekend. Maar wat denk je: had ik dat kreng eindelijk op de mat, voelde het als een lichte anticlimax. ‘De weg er naartoe’ – toch wel essentieel binnen mijn visserij – was helaas een weg van frustratie, stekkenpezers, drukte, en ook jaloezie en afgunst geworden. Zoiets maakt de uiteindelijke smaak van succes dan toch minder zoet dan eigenlijk het geval zou moeten zijn. Ik besloot het roer om te gooien: simpelweg weer terug te gaan naar de basis. De rustige wateren op te zoeken, en me gewoon weer lekker op de ‘ik zie wel wat ik er aantref-wateren’ te richten. Struinend vissen. Pennen, of nog liever: oppervlaktevissen. Op zoek naar rust. Rust in de zin van ‘niet tot nauwelijks andere karpervissers’. En weet je waar ik uitkwam? De bebouwde kom. Middenin de stad dus. Waar we allemaal wonen, zeg maar… Ja, das even slikken he? ☺

Onderschattingsfactor

Het gaat te ver om hier tal van smeuïge anekdotes op te sommen (geloof me maar gewoon op m’n woord), over dikke biggen die plots opdoemden in vergeten singels, verdwaalde volschubs in verlaten bedrijventerreinen, en stokoude stadsbuffels in de woonwijk. Maar neem van mij aan dat ik geregeld stijl achterover sla van wat ik aantref langs het stadswater. En dat geldt echt niet alleen voor mijn eigen woonomgeving. Elders in het land vaak van hetzelfde laken een pak. Het is bij vlagen absurd wat er in je directe woonomgeving zwemt, daar waar je er dagelijks louter langs rijdt op weg naar je werk, of dat drukbeviste putje.

Ro-volschub

Fraaie volschub, op een slotenstelsel waar ik nog NOOIT iemand anders heb zien vissen. Prima, vang ik hem wel!

Hoewel er natuurlijk waterrijke en minder waterrijke steden en dorpen zijn: onderaan de streep beschikken we gewoonweg over een gigantisch arsenaal aan niet tot nauwelijks beviste stadswaterstelsels. Van de onderschattte blubberslootjes langs de A20 bij Rotterdam, tot de volkswijken van den Bosch, de kantorencomplexen van Utrecht, en de bedrijventerreinen van Gouda. Dichtbij huis, en ideaal voor dat doordeweekse zomeravondje. En het mooie is: decennia terug waren juist die stadswateren vaak de plekken waar de lokale HSV de speciekuipen vol OVB-karper leeg kieperde. Het laatste nieuws is, dat die oudjes zomaar 30, 40, 50 jaar oud worden, voor een deel dus nog steeds rondzwemmen, en zich ook nog wel eens blijken voort te planten. 1 + 1 = dan al gauw 3. Bijna overal zwemt karper.

Ro-zomer

Zomer 2013, ik woonde net in Gouda, en de eerste brokvis is een hoge 20-er. Illustrerend voor wat er mogelijk moet zijn…

Struinen en brokken

Laten we elkaar geen mietje noemen: ons oppervlaktewater wordt steeds helderder, en daarmee ook steeds plantenrijker. Met zwaar begroeid water tot gevolg. Bodemvissen: vergeet het maar. Oplossing: oppervlaktevissen. Zeker als je na het betere Polaroid-speurwerk ook bij jou om de hoek gewoon leuke karperbestanden aantreft. Je zou toch haast een dief van je eigen portemonnee zijn als je telkens stad en land afrijdt om aan te schuiven in de drukte, terwijl de karper op een steenworp afstand van je huis zwemt. En nee, er zwemmen vrijwel (…) nergens 20 kg vissen in die sloten. In veel gevallen ook geen 15 kg vissen. Maar goed, da’s de keuze die jij zelf maakt! Je hoéft niet de drukte in… 😉

Ro-concrete

Concrete jungle fishing 2.0.

Robert de Wilt

Bijdrage Rolf Bouman

Van matmaagden en rigrookies…

Drie weken lang heb ik tijgernoten gevoerd, of eigenlijk heb ik ze gewoon van de brug laten vallen. Iedere ochtend als ik naar mijn werk fiets, neem ik een omweg van een paar minuten. Aan de reling van de Torontobrug naast het Amstelhotel heb ik een stukje roodwit lint geknoopt, zonder mijn handen vies te maken keer ik hier dus 15 keer mijn emmertje om, in het weekend voer ik niet.

Rolf-Binnen-3-minuten-raak

Binnen 3 minuten was het raak! Het kan snel gaan op stadswateren.

Achteraf gezien blijkt het bovenstaande het begin te zijn geweest van mijn inmiddels grote passie: stadskarperen. We betaalden toen nog even met guldens en de torens van het WTC zouden nog maar een half jaar overeind staan, het jaar 2001 dus. Het begon allemaal op de Amstel, tegenwoordig vis ik ‘dieper’ in de stad. Waarom? Wel, daar woon ik en karper zwemt overal, dat is wel gebleken de laatste jaren.

Rolf-Een-boezempareltje

Een parel uit de Boezem.

250 Bruggen

De Amstel is zo’n beetje het enige stadswater in Amsterdam dat met regelmaat bevist wordt. Hoe verder je de stad uit gaat, des te meer bivvy’s kom je tegen. De grens ligt zo’n beetje bij het Amstelhotel. Dieper de stad in, zit het enige groen dat je tegenkomt in kleine wietzakjes van de talrijke Engelse, Italiaanse en Franse jongeren. Een wit- of palingvisser daargelaten, is het met de hengelsport droevig gesteld in het centrum. Een gouden mogelijkheid!

Rolf-Veel-van-dit-slag

Van dit slag vang je er over het algemeen veel.

In een cirkel van 2 km om mijn huis zijn er maar liefst 250 bruggen te vinden, iedere brug heeft ‘vier’ kanten, links, rechts, eigen en overkant. Duizend potentiële stekken dus! Van conditionering is geen enkele sprake, in Dé Karperwereld 96 schreef ik: ‘Komt er een vis langs en is-ie in de aasmodus? Dan gaat-ie voor de bijl!’ En zo is dat!

Mijn hart ligt in de gracht

Inmiddels heb ik de ‘grote-vissen-putten-plassen-meren’ in en rond Amsterdam al weer enige tijd achter me gelaten. Mijn hart ligt in de gracht! Ik vang dan wel nauwelijks beren, wat ik vang is steevast mooi en bijzonder. En wat ik ook heel erg prettig vind is het feit dat je nauwelijks bent af te leggen. Er zijn zoveel plekken! Dat moeilijke gedoe met foto’s onherkenbaar maken, we kennen het allemaal. Daar heb ik dus geen last meer van. Ik laat de horizon zien, zelfs straatnaambordjes ‘shop’ ik niet weg. Wat kan mij het schelen? Ik heb altijd geroepen dat je nooit de plek van een ander mag ‘weggeven’ middels een gepubliceerde foto, alleen die van jezelf. En dat doe ik dus ook van harte. Het is inmiddels een paar keer gebeurd dat iemand de foto’s herkende en zonder veel creativiteit of initiatief, zijn rigs op ‘mijn’ halve vierkante meter parkeerde. Het zij zo, ik rot wel een eindje op.

Rolf-Een-matmaagd

Een matmaagd 😉

‘Sjowwie man, ben een bweetje dwonken, of sjo’, zegt de man die zojuist van zijn fiets is gelazerd tussen de boom waar ik tegen aan leun en mijn rodpod. ‘Ik denk dat je gelijk hebt man’, antwoord ik naar waarheid. Een kwartier later vang ik mijn eerste grachtenvis, naast het Amstelhotel, de passie is geboren.

Rolf-Een-edelschubje-voor-mijn-beste-vriend

Een edelschubje voor mijn beste vriend.

Rolf Bouman

Bijdrage Mark Hofman

Worden stadswateren onderschat? Volmondig ja! Onbewust vindt mijn visserij veel plaats op ‘stads’ wateren. Dit heeft er ook mee te maken dat ik in het hartje van Amsterdam woon. Overal om mij heen ligt er eigenlijk water. Dit zijn grachten, sloten en parken. Vooral het laatste type water trekt mij erg aan. Eigenlijk is dit ontstaan vanuit mijn buitenlandse visserij…

Pilaar in rust (het is haast niet te geloven). Wat een heerlijke visserij op een stadswater.

Pilaar in rust (het is haast niet te geloven). Wat een heerlijke visserij op een stadswater.

Parkwateren in Frankrijk 

Van 2008 tot en met 2011 heb ik uitsluitend in het buitenland gevist. Toen heb ik ook de potentie van park / stadswateren ontdekt. Vlakbij mijn huis lag een vrij grote parkvijver middenin een toeristisch plaatsje. De vijver was zo’n 30 hectare groot en overal 2 meter diep. Wat ik hier uiteindelijk aan brute karpers daar heb gevangen is best bizar. Vissen tot hoog in de 40 pond kwamen op de mat. En dat op een water waar nauwelijks gevist werd, omdat het te ‘druk’ was met mensen die langs het water recreëerden. 

Een monotoon diepteverloop is trouwens is vrij kenmerkend voor deze wateren, want ze zijn niet natuurlijk ontstaan. De graafmachine heeft gewoon de opdracht gekregen om een gat te graven van 2mtr diep 😉 Gelukkig kiezen de meeste verenigingen in Frankrijk ervoor om er vervolgens vrij veel karper uit te zetten. Dit zo ook op het water waar we de laatste KWO DVD hebben opgenomen. Ook een water middenin een grote Franse stad. Ik zou zeggen bekijk de DVD hoe het daar eraan toe ging en hopelijk inspireren we je… 😉

MH-1

Een parkwater waar we heerlijk hebben gevist!


Een kort fragmentje van één van onze sessies daar.

Door de ervaringen in Frankrijk en de mooie grote vissen die je daar op de drukste locaties kon vangen heb ik deze lijn eigenlijk doorgezet in NL. Ik ben er nu eigenlijk wel meerdere keren per week een paar uurtjes op uit in het hartje van Amsterdam. Ook hier is door de jaren heen aardig wat nieuwe vis uitgezet en daardoor is het nu mogelijk om prachtige spiegels te vangen tussen de wilde en oude schubs door. 

Mijn aanpak op stadswateren

Centraal in mijn aanpak op stadswateren is het mobiel vissen. Dit kan struinend zijn met 1 hengel op zoek naar de vis, of met 2 hengels en lood waarbij ik elke stek een uur geef. Mijn ervaring leert op zulke wateren dat als je in de buurt vist van de, je ze snel moet kunnen vangen. Doordat er eigenlijk niet heel stevig gevist wordt op zulke wateren is dressuur vaak niet echt iets waar je rekening mee hoeft te houden.

Dit zie ik graag als ik mijn stekjes af stroop...

Dit zie ik graag als ik mijn stekjes af stroop…

Kantstekken zijn bij mij altijd favoriet. Karpers gebruiken de kanten bijna altijd in hun zwemroutes. Bijkomend voordeel is dat het vaak relatief ondiep is onder de kanten. Dit stelt mij vaak in staat om de bodem te zien en zo dus ook de karpers. Zo kun je precies in de gaten houden of er vis op de stek aanwezig is, of er nog aas ligt etc. Daarnaast is het natuurlijk gewoon bruut om een vis gehaakt te zien worden. Daar leer je veel van!

Ook pak ik geregeld korte nachtjes mee. Vaak is de nachtrust minder goed, helaas.

Ook pak ik geregeld korte nachtjes mee. Vaak is de nachtrust minder goed, helaas.

Mijn uitrustig is ook compleet aangepast op deze mobiele stadsvisserij. Zo heb ik in Amsterdam een bakfiets waar ik zo al mijn spullen in kan gooien wat me mega mobiel maakt. In het buitenland zog ik met Pilaar ervoor dat onze 2 uitrustingen makkelijk op 1 kar passen. Zo kun je elkaar afwisselen en is het geen probleem om een paar km te lopen. Daarnaast vis ik met korte 9ft Nash Scope hengels voor de statische visserij en voor het struinen gebruik ik zelfs een 6ft Nash Scope hengel! Verder heb ik 1 tas en een onthaakmat mee… Zitten doen we op de onthaakmat of in het gras. Bij regen schuilen we onder de bomen, bruggen of viaducten 😉

MH-5

Qua aas heb ik meestal verschillende opties mee… diverse boiliesoorten, kattebrokken, brood en mais. Zo kun je makkelijk omschakelen als de vissen niet direct meewerken.

Tot slot 

Ik kan iedereen deze visserij aanraden. Vooral om het heel actief is en je zo veel kunt leren in korte tijd, daarnaast zwemmen er ook gewoon echte bakken van karpers midden in de stad. Laat daar geen twijfel over bestaan!

MH-6

Ik hou er van!

Mark Hofman

Noot redactie: Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze 3 bijdragen? Plaats ze hieronder met je Facebook account!

Bekijk ook