Vroege vogels – Voorjaarsvisserij onder de loep – Marc Vervoort

Het voorjaar is misschien wel n van de mooiste periodes om aan het water te vertoeven. Echter, soms kanhet nog wel eens verdomd lastig zijn om ook daadwerkelijk een vis te vangen. Het water is vaak nog koud en de karpers werken niet altijd mee. Het uitkiezen van het juiste water, stek n het inspelen op de omstandigheden is dus iets wat erg belangrijk is! In onderstaand artikel neemt Marc Vervoort jullie mee naar een aantal succesvolle sessies van de afgelopen weken en deelt hij enkele tips!


Eindelijk..!

Marc vertelt:Het voorjaar… Misschien wel de mooiste tijd van het jaar om je als visser aan het water te begeven. Meerkoetjes nemen de rietkraag op sleeptouw, vogels fluiten vol overtuiging hun liederen en ganzen die midden in de nacht het luchtruim terroriseren met een flinke portie kabaal. Net als alle andere dieren komt ook onze vriend de karper langzaam tot leven. Echter, de nadruk wil ik met name leggen op het woord ‘langzaam’! In dit artikel neem ik jullie dan ook mee in mijn Nederlandse voorjaarsvisserij van 2017 waarin het woord genieten het belangrijkste ingredint van de maaltijd is! 🙂

" Het voorjaar…Misschien wel de mooiste tijd van het jaar om je als visser aan het water te begeven. "

Vis vangen is er niet altijd bij in het voorjaar, maar zolang er genoten wordt ga je nooit met lege handen naar huis 😉


Waterkeuze

In het vroege voorjaar is het water nog steenkoud. Ondanks dat het buiten soms erg aangenaamaanvoelt, word je met de neus op de feiten gedrukt zodraje een temperatuurmeter in het water laat zakken. In maartwarmt het water namelijk nauwelijks op. Zonuren zijn vaak beperkten daarnaast staat de zon laag aan de hemel waardoor het wateroppervlakte nauwelijks wordt verwarmd.

Een waterig voorjaarszonnetje zal weinig tot geen effect hebben op de watertemperatuur.

De eerste vissers komen langzamerhand weer hun voer dumpen in de lokale diepe dressuurput zonder erbij na te denken dat de stofwisseling van de karper nog op een laag pitje staat. Pietje ziet Sjaak 2 kg voeren en Pietje denkt zijn slag te slaan als hij het dubbele voert ten opzichte van Sjaak. De daaropvolgende maand wordt er vervolgens geen vis gevangen… Zojuist benoemde taferelen in combinatie met een traag oplopende watertemperatuur zijn voor mij de redenen om diepe afgravingen met lijndruk links te laten liggen in de vroegemaanden van het jaar.

" Pietje ziet Sjaak 2 kg voeren en Pietje denkt zijn slag te slaan als hij het dubbele voert ten opzichte van Sjaak. "

Je haalt het meeste rendement uit je visserij als je daar vist waar het je ook toelaat om te vissen. Mijn voorkeur voor te bevissen water gaat in de maanden februari en maart uit naar zo ondiep mogelijke wateren (0,5 ? 1m) met een ligging zodat de zon er invloed op heeft. Mijn ervaring is dat je op deze ondiepe wateren al heel vroeg succes kunt behalen, omdat de vissen hier extra gevoelig zijn voor zonnestralen en lichtintensiteit. Doordat het water zo ondiep is, dringt het zonlicht dikwijls door tot aan de bodem wat resulteert in vissen die in deze tijd van het jaar langer actief zijn ten opzichte van vissen op diepere wateren.


Locatie, locatie en nog eens locatie…

Een kleine flashback: Het is begin februari en de watertemperatuur zit op slechts 5 graden Celsius. Met deze omstandigheden is de karper eerderpassief dan actief. Vaak liggen ze in of rondom hun winterholdings en marathonafstanden zullen ze in deze tijd van het jaar nog zeker niet zwemmen.Het is het dus zaak om de vis te lokaliseren en deze vervolgens actief te belagen.Met actief vissenbedoel ik dat je continu bezig bent met het opzoeken van de vis middels verkassen en observeren. Soms kunnen de kleinste aanwijzingen de grootste schatten prijsgeven! Liever 1 uur vissen waar de vis zich ophoudt, dan 10 uur blanken op een stek waar geen vis zwemt.

" Liever 1 uur vissen waar de vis zich ophoudt, dan 10 uur blanken op een stek waar geen vis zwemt. "

Omdat een ondiep water overal net zo koud is, vind je de vissen vaak op plaatsen waar ze beschutting en wellicht nog wat natuurlijk voedsel in de buurt hebben. Denk hierbij aan gezakte lelievelden of in het water hangende bomen en andere obstakels.

Locatie is en blijft de belangrijkste factor tussen vangen en blanken. Zeker in het vroege voorjaar is dit de allerbelangrijkste schakel!


Op naar de waterkant!

Woensdag 15 februari: de weervoorspellingen voor die dag lieten mijn ‘karperhormonen’ letterlijk op hol slaan! Het zou maar liefst 18 graden worden in het zonovergoten Limburg. “Dergelijke voorspellingen met een volle dag zon moesten wel vis opleveren.”, dacht ik bij mijzelf. Bij aankomst aan de waterkant werd ik meteen uit mijn droom getrapt, want door de koude nacht in combinatie met de nog koude watertemperatuur was het volledige wateroppervlakte dichtgevroren. Er moest en zou gevist gaan worden die dag, dus ben ik naar een ondiep parkwater gereden waar de zon al snel een gedeelte van de ijslaag liet verdwijnen.

Mijn plan van aanpak was simpel. Iedere 45 minuten werden de hengels gepositioneerd op plekken vlakbij obstakels en plekken waar de zon veel invloed op het wateroppervlak had. Qua aaskeuze viel ik terug op weinig, maar uiterst attractief voer. Denk hierbij aan kleine boilies en felgekleurde pop-ups, soms gevist op een bedje partikels.

Felgekleurd en opvallend haakaas werd ingezet om de vis de ’triggeren’ tot een aasopname.

Mijn oog viel die dag op een begroeide hoek van het water waar de zon, volgens mijn berekeningen, pal op zou staan. Aan het einde van de ochtend gaf ik dit hoekje voor het eerst een kans, maar na 45 minuten doodse stilte nam ik het besluit om weer verder te verkassen. Tegen 15:30 gaf ik de eerder beviste hoeknog n kans. Mijn eerste hengel werd strak tegen de takken gedropt en enkele minuten later volgde de eerste reactie op de lijn.

Niet te versmaden: een Green Zing pop-up op een bedje partikels.

Gezien ik eerder die dag geen enkel teken van leven heb waargenomen, was dit voor mij het teken om ‘all-in’ te gaan. Drie kwartier later kon ik terugkijken op een prachtig uur waarin twee ijskoude winterschubs de binnenkant van mijn landingsnet zagen. Na deze activiteit leek het water dat ineens tot leven kwam, ng sneller uitgestorven te zijn…

" Na deze activiteit leek het water dat ineens tot leven kwam, ng sneller uitgestorven te zijn… "

En van de twee donkere winterschubs die bewees dat de gekozen aanpak werkte.

Februari maakte plaats voor maart en langzamerhand kregen we steeds meer te maken met heerlijk voorjaarsweer. Het weer was dermate serieus dat we half maart op meerdere ondiepe wateren complete bestanden aan de oppervlakte zagen ‘chillen’. Op ieder water lagen de vissen precies daar waar de zon op dat moment het water opwarmde.

Dit soort taferelen zien we maart wat graag in het vroege voorjaar!

Wat opviel was dat de vis duidelijk gn behoefte had aan bodemaas. De keuze om terug te grijpen naar de ouderwetse, maar altijd succesvolle korst was daarom ook snel gemaakt. Deze keuze bleek voor die dag d sleutel tot succes en door goed te observeren wisten mijn vismaat Freek en ikzelf die dag meerdere mooie vissen te vangen! 🙂

Maarts succes aan de oppervlakte… Heerlijk!


Meten is weten!

Tijdens het voorjaar maak ik bijna dagelijks, op verschillende wateren, tot aan de paai aan toe, gebruik van mijn temperatuurmeter met daaraan een kabel dieeen lengte van 5 meter heeft. Mede dankzij deze kabel kun je de watertemperatuur naar waarheid meten. Want zeg nou zelf: hoe vaak hoor je iemand in maart wel niet roepen dat de watertemperatuur van een grindafgraving al 14 graden bedraagt terwijl het water maar liefst 18m diep is..?

" Hoe vaak hoor je iemand in maart wel niet roepen dat de watertemperatuur van een grindafgraving al 14 graden bedraagt terwijl het water maar liefst 18m diep is..? "

Men meet met een handtemperatuurmeter of meteen dieptemeter de oppervlakte temperatuur welke totaal niet overeenkomt met de werkelijke temperatuur! Meten is weten, maar dan moet je het wel op de correctemanier doen. De oppervlaktetemperatuur is in het voorjaar erg gevoelig voor weersveranderingen gedurende de dag. Schijnt de zon, dan zal je merken dat je die dag hoge waardes meet. Vriest het in de ochtend? Dan zal je merken dat je een temperatuurverschil hebt van dag en nacht ten opzichte van de meting in het zonnige moment. Deze oppervlaktetemperaturen kunnen dus erg fluctueren. Als je de temperatuurmeter iets dieper in het water laat zakken, dan kom je op stabielere waardes terecht.Ik gebruik hiervoor een zuurstofmeter, een attribuut welkesommige koivijver liefhebbers wel zullen kennen.

Het grootste getal op het scherm zijn de zuurstofwaardes (mg/L), het kleine getal rechtsonder is de watertemperatuur.

Er zijn vaak grote verschillen te zien in temperatuur tussen stekjes in de kant en op dieper water!

Op basis van de waardes onder de oppervlakte baseer ik mijn watertemperatuur welke ik hanteer bij het maken van een plan de campagne. Deze ziet er als volgt uit:

  • Vis lokaliseren
  • Diverse plekjes afvissen
  • Regelmatig verkassen
  • Weinig, maar attractief aas gebruiken

>10 graden Celsius

  • Vis lokaliseren
  • Meer uren per stek vissen
  • Regelmatig kleine hoeveelheden voer brengen op warme gedeeltes van het water

Per 20 maart gaf mijn temperatuurmeter een dagelijks stabiele watertemperatuur aan van 10 graden ten meer. Dit was voor mij ht teken om dagelijks te gaan voeren op een ondiep, maar zwaar begroeid, helder water. Middels het observeren had ik de vissen eerder die maand al in het wateroppervlak zien hangen.

Op deze foto zie je een meting van het zuurstofgehalte + de watertemperatuur tijdens het dalen van de zon. Daaraan kan ik afleiden hoe variabel de temperatuur is tussen dag en nacht!

Deze gedachtegang werd na de eerste sessies al positief bewezen. Wekelijks lukte het me om1 2 nachten door te brengen aan de waterkant. Tot op heden allemaal succesvol en sommige zelfs met meer dan 3 aanbeten!

En van de voorjaarspareltjes die tijdens een doordeweeks nachtje de onthaakmat bezocht. Mijn voorjaar kan niet meer stuk!

Na meerdere metingen heb ik kunnen concluderen dat het water 1 graad Celsius per week is opgewarmd. Dit geeft een indicatie hoe langzaam het proces van opwarmen verloopt, ondanks dat het voor ons buiten al snel aangenaam aanvoelt. Op een diep water met een beperkte ondiepe oeverzone zal dit proces ng langzamer verlopen. Vis vangen is op dit soort wateren zeker niet onmogelijk in het voorjaar, maar vaak ontwaken dit soort wateren pas rond mei en soms zelfs juni.

Richting mei zal het ondiepe water steeds sneller opwarmen. Dit is een interessante tijd om een vinger aan de pols te houden wat betreft de watertemperatuur met de betrekking tot de paai van de vissen. Hierovervolgt de volgende keer meer inmijn voorjaarsvisserij met een watertemperatuur van 12 tot 18 graden Celsius.


Stay tuned en tot aan de waterkant!

Marc Vervoort

Bekijk ook