Sierra Ebro – Deel 3 – De Hittegolf

Na twee informatieve artikelen (lees hier deel 1 en hier deel 2) neemt Pieter van de Werfhorst ons in dit derde deel mee naar een sessie die plaatsvond in april van dit jaar. Samen met vismaat Martijn Ommen trotseert Pieter de voorjaarshitte aan de Spaanse Ebro en weten ze een fraaie reeks karpers bij elkaar te sprokkelen…


Het is eind april als de dagen weken lijken te duren. We kennen het allemaal wel, nietwaar? Erg toe aan vakantie en gruwelijk veel zin om te gaan vissen! Een tripje naar de Ebro staat op de planning en alles lijkt volgens het boekje te gaan verlopen. De (water) temperaturen zijn goed en de vis heeft nog steeds niet gepaaid… De telefoonrekening bereikt zijn top doordat Martijn en ik dagelijks elkaar even moeten informeren over “hoe vol die dikke schubs wel niet zullen zitten.” We zien het helemaal voor ons: krakende unsters, afblèrende piepers en vooral véél en dikke schubs. Echter, als we vlak voor vertrek de weersvoorspellingen checken blijkt het ineens wel héél erg warm te worden…

Zinderende hitte

Stoer roepen we: “Lekker voor het kleurtje, het is per slot van rekening ook nog vakantie!” De realist leest hier al dat we wel erg optimistisch zijn. Eindelijk zitten we in het vliegtuig en ik val met m’n neus in de boter qua zitplaats: lekker in het midden met naast mij een corpulente dame die ook nog eens een baby op schoot heeft met als hoofdsponsor Zwitsal… Man, wat een geur…

Uiteindelijk landen we een uur of twee later en tijdens het uitstappen denken we nog dat de hitte te wijten is aan de draaiende motoren, maar niets is minder waar. Het is gewoon heet… Bloedverziekend heet! Eenmaal in de auto begint het echte avontuur. Nog een uurtje rijden en dan staan we opeens (in totaal 4 uur later!) aan de oevers van de Ebro.

De paai is begonnen…

De paai is begonnen…

We zijn laat, dus de eerste avond richten we het huisje in, halen we boodschappen en gaan we ergens tapas scoren. Als we de volgende dag in de boot zitten zien we al snel dat de vis aanstalten maakt voor de paai. De karper ligt letterlijk met duizenden in ondiepe baaien en het voorspel is al in volle gang. We spreken elkaar moed in: “De kleintjes zijn altijd als eerste…, de bakken moeten nog komen, 100%.”

De eerste aanbeten

Strategisch kiezen we een plek die de toegang verleent naar de paaigronden. Hier kunnen we diep vissen en verwachten we de vis te kunnen opvangen. Beet krijgen we wel, maar het aantal vissen dat springt, in de oppervlakte zwemt en letterlijk onder de toppen door komt zorgt bij ons voor spontane grijze-haren-vermenigvuldiging. We moeten wat anders gaan doen.

Volop springende vis, echt gaaf om te zien!

Volop springende vis, echt gaaf om te zien!

Elke baai die we invaren ligt vol vis en telkens worden we weer geconfronteerd met hetzelfde schouwspel. Verder stroomafwaarts wordt de rivier dieper en daalt de watertemperatuur met een graad. We hopen dat hierdoor de vis nog niet volledig in paaimodus verkeert. Het lijkt een schot in de roos…

Zoeken naar de bakken…

We zijn hier redelijk succesvol. Elke dag vangen we een aantal vissen, maar de échte dikke dames blijven nog uit. De hitte blijft aanhouden en is gewoon niet te harden. Zelfs de Spanjaarden klagen steen en been. Deze temperaturen halen het in de zomer nog niet eens. In de schaduw is 42°C best warm kan ik je melden…

Met nog een week voor de boeg is het verstandig een keuze te gaan maken. Blijven we zitten en moeten we tevreden zijn met een paar vissen per dag, óf trekken we nog één keer alle registers open en gaan we opzoek naar een Tetterstek XXL ?

Vanzelfsprekend kiezen we voor de laatste optie en eenmaal in de boot varen we langs een soort zwaaikom met steile rotswanden. We vermoeden dat het hier erg diep onder de kant is en juist die diepte zoeken we nu. Als we er met de dieptemeter over heen varen wordt ons vermoeden bevestigd, het is vrijwel direct 10m diep. We denken dat in het koude, diepe water de dikke dames nog wel zullen zwemmen. Terwijl ik net tegen Martijn begin te praten over wat een strategische stek dit lijkt, jumpt er strak tegen de rotsen een brute schub volledig uit het water. “JUMPER gek! Zag je hem?” Waarop hij direct antwoord; “ja, natúúrlijk!”

De ´Tetterstek´ lijkt gevonden!

De ´Tetterstek´ lijkt gevonden!

Het lijkt ons verstandig om hier maar even te blijven liggen en te kijken of er nog meer vis springt. Vier jumpers later liggen de hengels natuurlijk al tegen de bewuste rotskant aan gepositioneerd. Vrij snel volgt er een aanbeet, als het dan ook nog eens een dikke kuiter is galmt er een luide “YES” over het water. We stoppen tijdig met vissen en strooien nog even flink wat bolletjes langs de bewuste rotskant. Morgen gaat het gebeuren, dat voel je gewoon.

Tetteren in tropische omstandigheden

Uiteindelijk weten we in de laatste week op een andere stek nog een redelijk aantal mooie vissen te vangen die nog wel vol kuit zitten. Hier lijkt de vis niet op half water door te trekken en vangen we lekker. Dagen waarin we met dubbele cijfers afronden geven ons het gevoel hier door te moeten gaan.

Het loopt lekker door.

Het loopt lekker door.

We vangen wel beduidend meer op maïs dan op pellets of boilies en helemaal begrijpen doe ik dat nog steeds niet. Uiteindelijk hebben we maar één meerval gevangen. Kortom, de Ebro heeft iets speciaals en als je avontuur, ontspannen vissen en vakantie wilt combineren, dan is het voor mij één van de favoriete bestemmingen.

In de herfstvakantie gaan we het nog een keer proberen en hopelijk komen er dan net als in mei een aantal mooie, hardvechtende schubs ons verwelkomen.

Karpervissen-Ebro-Spanje-carpfishing-6

Op naar de herfstvakantie, op naar een nieuw avontuur!

Stay Tuned,

Pieter van de Werfhorst

Bekijk ook