Waterbeheer en syndicaat wateren – Deel 2

Wachtlijsten, recordkarpers, vriendjespolitiek, toekomst, veiligheid, waterkwaliteit en regelgeving… Allemaal termen die aan het onderwerp ‘syndicaatwateren’ kleven. Vorige week las je in het eerste deel van dit tweeluik de visie van Mark Hoedemakers over waterbeheer op de talrijke ‘privaat meren’ in Belgi. Vandaag duikt hij nog dieper in de materie en vertelt hij hoe een syndicaat normaliter wordt gerund.


Mark Hoedemakers aan het woord: Syndicaatwaters, of clubwaters met een maximaal aantal leden zijn al decennia lang een thema wat beroering veroorzaakt. Je hebt namelijk twee soorten vissers: zij die lid zijn van zo’n syndicaat en zij die hier geen deel van uitmaken. Bij de laatste groep heb je dan weer de believers, die met geduld en geloof op hun beurt wachten, en zich dus ook op de zogenaamde ‘wachtlijst’ laten intekenen. De non-believers doen dat laatste niet, zij gruwen van het systeem en distantiren zich vaak luid en duidelijk van de clubs in kwestie, de gehanteerde werkwijze en van de waas van ‘vriendjespolitiek’ die er vaak rond zo’n syndicaat hangt. Niet altijd onterecht, zo blijkt uit sommige praktijkvoorbeelden. Enige nuance is hier echter op z’n plaats. Want: alles over n kam scheren is nergens goed voor.

Een jonge vis met de potentie om uit te groeien tot recordformaat.

Een jonge vis met de potentie om uit te groeien tot recordformaat.

Op de meeste syndicaten is, net zoals op VBK-waters de boel eigenlijk altijd goed geregeld. Met die ‘boel’ doel ik dan vooral op de netheid van de oevers en de omgeving, het onderhoud van de natuur, de visstand, … Dat heeft te maken met een grote betrokkenheid, een persoonlijke band met water en club(-leden). Wat meer is: iemand die het echt gortig maakt, wordt geschorst of kan beschikken. Soms te streng misschien, maar rechtvaardigheid kent geen tussenweg. Op een VBK-water hanteren we een duidelijke regelgeving n een sanctiebeleid dat niets aan de verbeelding over laat.

Elk artikel uit een reglement weegt evenveel. Bij een vaststelling van een overtreding, krijgt de hengelaar in kwestie een aangetekend schrijven met daarin een waarschuwing. Ga je een tweede keer in de fout volgt er – ook in de vorm van een officile brief – een schorsing van 3 maanden en gebeurd er een derde keer iets wat verboden is mag je beschikken voor een periode van 3 jaar. Da’s een schorsing die geldt voor alle waters die VBK beheert, welteverstaan. Het gevolg is: weinig gedonder, bijna geen stennis, weinig schorsingen. Ook op een syndicaat- of clubwater met gesloten structuur zijn de lijntjes kort, de sociale controle groot. En dat maakt nu eenmaal dat het een en ander vlot verloopt. Logisch ook. Wat ik hiermee in geen geval wil zeggen, is dat een syndicaatwater beter is!

lelies-karpervissen

Laten we een spelletje poker spelen. Als een speelkaart op tafel ligt, moet je ’t daarmee doen. Ook als die kaart niet in jouw voordeel valt, blijft ze daar liggen. Het wordt pas pijnlijk als achteraf blijkt dat er vals wordt gespeeld, of als de spelregels systematisch veranderen in het voordeel van hij of zij die deelt, of hij of zij die de grootste stapel fiches voor zich heeft liggen. Dan krijgt het spelletje iets ranzig en wekt ’t wrevel en weerstand op. Hetzelfde geldt voor het beheer van een besloten club of syndicaat. Duidelijke spelregels en een eerlijk verloop is noodzakelijk, wil je niet al je credibiliteit verliezen.

Oude mannen...

Oude mannen…

...kunnen best hard werken...

…kunnen best hard werken…

...zonder vrijwilligers zijn we nergens.

…zonder vrijwilligers zijn we nergens.

Niet alleen als verdeler van de kaarten moet je recht in je schoenen durven staan, ook als speler heb je rechten n plichten. In Vlaanderen is er nu eenmaal slechts 30 % van het wateroppervlak openbaar water. Dat wil zeggen dat voor die overige 70 % er andere wetten en principes gelden, dat hier andere lakens worden uitgedeeld. De eigenaar in kwestie bepaalt nog steeds wat er met zijn of haar gebied gebeurt, wie er welkom is en in welke hoedanigheid. Dat klinkt hard, maar dat is het niet. Het is maar hoe je daar tegenaan kijkt en hoe je daar mee om gaat.

Mijn eerste syndicaat

Mijn eerste ervaring met een syndicaatwater waar ik, in het bezit van een blinkende vergunning, de lijnen nat zou maken, was in 2009. Heikant was de naam van de plas, een eerder kleine zandwinningsput nabij Lokeren, op een goede 150 kilometer van mijn deur. Het water in kwestie was sinds 2005 een syndicaat van 25 leden, door toedoen van Patrick Bauwens. De bedoeling was om hier een VBK-water op te starten, maar de eigenaar wou daar onder geen enkele voorwaarde van weten. Een maximum van 25, anders bleef de poort met het bordje ‘verboden toegang’ onherroepelijk dicht.

Patrick 'De Kapitein' Bauwens met een recente vangst.

Patrick ‘De Kapitein’ Bauwens met een recente vangst.

Ik maakte reeds een jaar deel uit van het VBK-bestuur en schreef Patrick een e-mail met mijn aanvraag voor een kaart. Diezelfde mail werd door hem uitgeprint (inclusief datum) en zo sloot ik aan in een rijtje dito aanvragen, opgeborgen in een map. Het feit dat ik als n van de eersten wist van deze nieuwe club, leidde ertoe dat ik reeds 4 jaar later in aanmerking kwam voor een ticket. Lucky me.

Dat eerste jaar viste ik er een vijftal sessies in het voorjaar, waarin ik enkele van de mooiste bewoners kon strikken. Tijdens de zomer en het najaar stond mijn vizier elders op gericht en liet ik Heikant links liggen. Het daarop volgende jaar streek ik slechts twee keer neer aan de oevers van de plas nabij Lokeren, waarna ik besloot mijn vergunning terug in te leveren. Waarom zou ik stug vasthouden aan die plek, terwijl er vele anderen likkebaardend hun tijd af moesten wachten. Anderen die er wellicht veel meer zouden vertoeven. Anderen die, in tegenstelling tot ik, baadden in weelde wat openbaar water betreft. Limburg is en blijft uniek. Naef? Niet in dit geval!

Er was in de jaren hieraan voorafgaand nog een syndicaat waar ik een jaar vergunninghouder was. Een water in prille opstartfase, een plas met een massa potentie. Ik viste er echter niet gedurende die twaalf maanden, gaf mijn kaart af en liet me meteen weer noteren op de wachtlijst. Iemand anders blij, en ik op plek nr. 5 in de wachtkamer. In die bewuste wachtkamer golden blijkbaar andere regels, want ondertussen zijn we vele jaren verder en hebben heel wat vissers me langs links en rechts voorbij gestoken. Versta me niet verkeerd: ik gun ze dat van harte! Het zijn niet zij die de syndicaatwetten schrijven. Hoge bomen vangen veel wind, en blijkbaar hielp mijn voorzitterschap van de VBK niet bij een normale afhandeling van ‘mijn dossier’. Kijk: dt was naef. Rancuneus ben ik echter niet, want voor n van de nieuwe lichting bestuurders heb ik nog mijn best gedaan om hem te voorzien van heel wat info waar je sterker mee staat, als nieuwe eigenaars nieuwe winden laten waaien. De teloorgang van een water wil namelijk niemand, zeker ik niet. Een neen is en blijft echter een neen in mijn optiek, dus zal ik er nooit nog naar kraaien, naar dat ticket to paradise. Dit voorval echter, heeft mijn kijk op syndicaten drastisch veranderd.

Nog zo'n karakteristieke vangst uit een syndicaat water.

Nog zo’n karakteristieke vangst uit een syndicaat water.

Nooit eerder was ik zelf op deze wijze bedot. Maar: de les was wijs. Zo wijs als de meeste wachtlijsten lang zijn. Ondertussen heb ik zelf een duidelijke visie ontwikkeld over hoe een syndicaat er moet uitzien. Een ideaal syndicaat bestaat niet, omdat het begrip ‘ideaal’ ook iets erg persoonlijk is. Voor iedereen goed doen, bestaat niet. Wat nu volgt is mijn gulden middenweg.

Syndicaatwater 2.0

Vanzelfsprekend begint alles met een goed beheer, op maat van het water in kwestie. Hiermee val ik in herhaling. Hetgeen in het geval van gesloten clubs nieuw is, is mijn kijk op het beheer van het ledenbestand en de zogenaamde wachtlijst.

Goed waterbeheer is ook goed flora & fauna beheer!

Goed waterbeheer is ook goed flora & fauna beheer!

[icon name=”e-check”]Zorg dat je ledenbestand meerdere disciplines omvat. Hengelsport is meer dan alleen maar karper, meer dan alleen maar roofvis. Een brede waaier aan speciaaldisciplines zorgt voor meer diversiteit, voor groeiend respect voor elkaars kijk op de zaak en uiteindelijk voor een betere club. Als leuk extraatje creer je naar andere vissers (en buitenstaanders!) toe, een groter maatschappelijk draagvlak. Al zal dat sommigen wellicht worst wezen.[icon name=”e-check”]

[icon name=”e-check”]Laat zij die zich wensen op te geven voor de wachtlijst een e-mail sturen met een duidelijke aanvraag. Hou dit correct bij volgens datum van aanmelding. Zowel de secretaris van de club als de aangemelde hengelaar heeft een bewijs.

[icon name=”e-check”]Is er een erg grote interesse in een bepaalde tak van de hengelsport (vaak voor de karpervisserij van toepassing), denk er dan eens over na om bijvoorbeeld twee jaarvergunningen uit te schrijven. De houder van zo’n jaarvergunning krijgt dan gedurende dat ene jaar de kans om te vissen, waarna de kaart opnieuw wordt door gegeven aan de volgende op de wachtlijst.

[icon name=”e-check”]Levert iemand van de vaste leden zijn of haar vergunning in, dan gaat deze naar de eerstvolgende naam op de wachtlijst die nog op geen ander syndicaat een vaste vergunning heeft.

[icon name=”e-check”]Geef vaste leden de kans om hun vergunning een jaar af te staan, als ze niet meteen plannen hebben om veel te vissen gedurende dat seizoen. Deze kaart gaat dan ook in de vorm van jaarvergunning naar de eerstvolgende visser in de wachtkamer. Wat ook kan, is dat zo’n permanent ticket door de houder in kwestie kan worden afgestaan voor een seizoen. Willekeur, inderdaad, maar: de rota-jaarvergunningen zijn dat niet.

Een groot voordeel van syndicaatwateren is toch wel dat je er vaak maak nachtvissen (en gebruik mag maken van een bivvy).

Een groot voordeel van syndicaatwateren is toch wel dat je er vaak maak nachtvissen (en gebruik mag maken van een bivvy).

[icon name=”e-check”]Vissers met een bedenkelijk verleden (visdiefstal, ruzies en onsportief gedrag, …) zitten vanzelfsprekend op de blaren en verliezen hun plek op de wachtlijst.

[icon name=”e-check”]Je kan er met je bestuur over nadenken om, naast twee jaarvergunningen gekoppeld aan de wachtlijst, een derde ‘rota-jaarvergunning’ toe te kennen aan iemand met verdienste voor de hengelsport, of met een bijzondere verdienste voor de club.

scales-schubben

Met deze richtlijnen kom je hoe dan ook niet tegemoet aan de wensen van iedereen, maar als we tot het besef komen dat dat niet kan, dan beseffen we hopelijk ook wel dat een werkwijze zoals net beschreven een goede aanzet kan zijn om op z’n minst water bij de wijn te doen. En dat langs twee kanten.

Wanneer ik zelf eenmaal een wachtlijst heb doorlopen, om vervolgens tot een nieuw syndicaat te kunnen toe treden, zal ik mijn vergunning wellicht nooit meer afstaan. Dat spreekwoord van die ezel en die steen, ziet u. Of er moest me die optie worden geboden dat ik een jaar afstand kan doen van het kleinnood. Dat verandert de zaak.


Het VBK heeft inmiddels een flink aantal wateren in beheer, zie hier de uiteenzetting:


Afsluitend geef ik nog mee dat ik met dit epistel geen revolutie wil prediken. Ben Van de Linde, een schitterende kerel uit het Mechelse, schreef ooit in een oud VBK-Magazine een pittig stuk over zijn kijk op syndicaten en clubs. In zijn kijk op die zaak sloeg hij nagels met koppen, en wist hij toch ook genuanceerd te zijn. Wel, Ben, laat dit dan mijn bijdrage zijn aan deze eeuwig durende discussie.

Een klomp goud voor de auteur.

Een klomp goud voor de auteur.

I rest my case.

Mark Hoedemakers

Bekijk ook